Te lage opkomst bij Hongaars referendum
Een referendum over het staatsburgerschap en de gezondheidszorg in Hongarije is zondag door een te lage opkomst mislukt.
Eén vraag was of etnische Hongaren in buurlanden zoals Kroatië, Oekraïne, Roemenië en Slowakije in aanmerking moesten komen voor het Hongaarse staatsburgerschap. Als het ja was geworden, hadden 2,5 miljoen etnische Hongaren in die landen een Hongaars paspoort kunnen aanvragen. De andere vraag betrof een voorstel om de gezondheidszorg in overheidshanden te houden.
De opkomst bij het referendum was volgens de nationale kiesraad 37,3 procent. Van de uitgebrachte stemmen was 18,8 procent voor het dubbele staatsburgerschap en 17,7 procent tegen. Ten aanzien van de privatisering stemde 23,8 procent ervoor om de gezondheidszorg in overheidshanden te houden en 12,8 procent tegen. Het referendum was geldig geweest als ten minste 25 procent van de stemmers op elk van beide vragen hetzelfde antwoord had gegeven.
De voorstanders van een dubbel staatsburgerschap voor etnische Hongaren zagen het referendum als een kans het trauma van het uit 1920 daterende Verdrag van Trianon te helen. Het verdrag, dat de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog de verliezers oplegden, ontmantelde het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Hongarije verloor daarbij destijds tweederde van zijn territorium en 60 procent van zijn inwoners.
De regering stond wel open voor het dubbele staatsburgerschap, maar vreesde een immigratiegolf van overwegend mensen met een relatief lage levensstandaard.