De stichting begon twee jaar geleden met hulp aan dertig gezinnen. Begin dit jaar voorzag de organisatie 1000 tot 1200 huishoudens van een doos vol levensmiddelen en inmiddels is dat uitgegroeid tot 2500.

Medeoprichtster Clara Sies wijt deze forse stijging ook aan de publiciteit die de Voedselbank de afgelopen jaren kreeg. „Maar de economische malaise is natuurlijk de grootste boosdoener”, aldus Sies, die twee jaar geleden samen met haar man vanuit een leegstaande kas in Berkel en Rodenrijs begon met de voedselvoorziening. Het initiatief kwam voort uit hun eigen ervaring als uitkeringsgerechtigden.

De stichting heeft in de loop van de tijd een aantal criteria aan zijn ’klanten’ gesteld. Huishoudens kunnen alleen via maatschappelijke instanties aangemeld worden. „Dat is belangrijk, want dan weten we dat ze in elk geval financiële begeleiding krijgen.”

Verder is de voedselhulp er alleen voor alleenstaanden die minder dan 150 euro per maand te besteden hebben aan de dagelijkse levensbehoeften. Voor twee volwassenen ligt die grens bij 200 euro en per kind op 25 euro. Vooral mensen met schulden komen terecht bij de Voedselbank, maar ook ouderen. Er zit een maximum van drie jaar aan de voedselhulp, even lang als het traject van schuldhulpverlening.

De inhoud van de gratis voedselpakketten is afkomstig van bedrijven, zoals Unilever, Douwe Egberts en Hero. „De levensmiddelen zijn nooit over de datum”, aldus Sies, „maar hebben een verkeerde codering, een tekstfout in het etiket of het is een partij met verpakking van een actie die verlopen is.” De stichting heeft inmiddels een landelijk bereik. De pakketten kunnen wekelijks opgehaald worden bij de uitdeelposten. De Voedselbank is volledig afhankelijk van giften.