Bijwerking vaccins vaak door placebo-effect
Twee derde van de bijwerkingen van de coronavaccins blijkt toe te schrijven aan een placebo-effect. Dat volgt uit onderzoek van het Beth Israel Deaconess Medical Center (BIDMC), onderdeel van Harvard Medical Center in Boston (VS).
De wetenschappers vergeleken de effecten van een injectie met zoutoplossing bij 22.578 ontvangers met de effecten die 22.802 personen ondervonden na het zetten van een vaccin.
Na de eerste injectie ondervond meer dan 35 procent van de placebo-ontvangers zogeheten systemische bijwerkingen zoals koorts, hoofdpijn en vermoeidheid; 16 procent rapporteerde een plaatselijke bijwerking zoals pijn op de injectieplaats, roodheid of een zwelling.
Van de personen die een vaccin ontvingen, ondervond de helft een systemische bijwerking en twee derde van hen rapporteerde een lokaal effect. Sommige van deze bijwerkingen traden ook op in de placebogroep. Bij vaccins (of medicijnen) wordt een bijwerking soms veroorzaakt doordat mensen verwachten dat vaccins een negatief effect hebben, het zogeheten nocebo-effect. Dat is volgens de onderzoekers verantwoordelijk voor 76 procent van alle bijwerkingen in de groep gevaccineerden, scheven ze dinsdag in vakblad JAMA Network Open.
Hoofdauteur Julia Haas noemt het verzamelen van bewijs voor nocebo-reacties in vaccinproeven heel belangrijk. „Vooral omdat veel mensen zich zorgen maken over de bijwerkingen. Die kunnen een reden zijn om het vaccin te weigeren.” Informatiefolders vermelden nogal eens veelvoorkomende bijwerkingen na vaccinatie die ook toegeschreven kunnen worden aan het nocebo-effect, weet mede-auteur Ted Kaptchuk. „Dit soort informatie maakt mensen hyperalert op lichamelijke ervaringen van bijwerkingen.”