„Nederland nog niet klaar voor Gouden Koets”
Koning Willem-Alexander maakt voorlopig nog geen gebruik van de Gouden Koets. „De Gouden Koets zal pas weer kunnen rijden als Nederland daar klaar voor is”, zei hij donderdag in een videoboodschap. Volgens de koning is dat nu niet het geval.
De Gouden Koets ligt onder vuur om het paneel Hulde der Koloniën, geschilderd door Nicolaas van der Waay. Daarop zijn onderdanige kleurlingen afgebeeld.
Volgens de koning bevat „onze geschiedenis veel om trots op te zijn.” Tegelijkertijd biedt de historie volgens hem ook leerstof om fouten te erkennen en in de toekomst te vermijden. „We kunnen het verleden niet herschrijven. We kunnen wel samen proberen ermee in het reine te komen. Dat geldt ook voor het koloniale verleden”, zegt de vorst.
Het heeft volgens Willem-Alexander „geen zin om wat is gebeurd door de bril van onze tijd te veroordelen en te diskwalificeren.” Het „simpelweg verbannen” van historische objecten en symbolen is „ook geen oplossing.” „In plaats daarvan is een gezamenlijke inspanning nodig die dieper gaat en langer duurt. Een inspanning die ons verbindt in plaats van verdeelt.”
Voorlopig wordt daarom niet met de Gouden Koets gereden. „Zolang er mensen in Nederland leven die dagelijks de pijn van discriminatie voelen, werpt het verleden nog zijn schaduw over onze tijd en is het nog niet voorbij”, aldus de koning. Volgens hem moeten Nederlanders naar elkaar blijven luisteren om tot een oplossing te komen. „Ik weet dat wij daartoe in staat zijn, ook al is het een lange en moeilijke weg. Ik begrijp heel goed de uiteenlopende gevoelens van eenieder. Alleen als we deze weg tot verzoening samen afleggen, kan de Gouden Koets weer rijden op Prinsjesdag, de dag waarop we onze democratie en onze verbondenheid als Nederlanders vieren.”
Koningshuiskenner Menno de Bruyne twitterde na het beluisteren van de videoboodschap van de koning: „2.14 minuten samengevat: uitgerangeerd.”
SGP-Kamerlid Roelof Bisschop vraagt zich –„met alle respect voor de Koning”– af of het nu genomen besluit „staatsrechtelijk wel helemaal juist” is. „In mijn ogen is dit niet zomaar een privézaak van de koning of van de Oranjes, maar spreken we hier over een parlementaire traditie. Volgens mij was het staatsrechtelijk zuiverder geweest als de minister-president dit bericht de wereld in had gezonden, ook al omdat voor alle publieke acties van de koning de ministeriële verantwoordelijkheid geldt. Door het nu zó naar buiten te brengen, bagatelliseer je in mijn ogen enigszins de waarde van een parlementaire traditie.”
Knieval
Het besluit zelf ziet Bisschop als „een opzichtige knieval voor een klein stelletje schreeuwerds, dat op deze wijze een vetorecht krijgt op het gebruik van de Gouden Koets. Dat vind ik heel bedenkelijk. Bovendien: nu deze koets misschien nooit meer gebruikt gaat worden voor Prinsjesdag, hadden we ons de miljoenen die de achterliggende jaren aan restauratie zijn gespendeerd, misschien wel kunnen besparen.”
De Gouden Koets onderging de afgelopen jaren een opknapbeurt en staat nu in een glazen behuizing op de binnenplaats in het Amsterdam Museum. Daar is de koets de komende tijd ook nog te zien. Vanaf zaterdag opent het museum de poorten naar de ruimte waar het rijtuig staat. Daar kan het publiek nog tot eind februari gratis een kijkje nemen.
Zoals het er nu naar uitziet, blijven de musea voorlopig nog dicht vanwege de coronabesmettingen. Door de binnenplaats te openen, wil het museum mensen de kans geven toch naar de koets te kijken. De bijbehorende tentoonstelling, die de koning in juni zelf opende, is online te zien. Volgens het museum houden beveiligers in de gaten of het niet te druk wordt op de binnenplaats.
Meningen
Het Amsterdam Museum peilt tijdens de tentoonstelling de meningen over het rijtuig. Uit de eerste bevindingen komt naar voren dat die zeer uiteenlopen. De volledige resultaten worden later bekend.
„We hebben begrip voor het besluit van de koning”, zegt Margriet Schavemaker, artistiek directeur van het museum. „Als museum denken we –juist ook omdat we dit hebben ervaren in onze eigen tentoonstelling en museum– dat een object als de Gouden Koets het best tot zijn recht komt in een museale context omdat er ruimte is voor verdieping en gelaagdheid en er een gesprek op gang komt.”
Het rijtuig gaat eind februari terug naar Den Haag. Vanwege een geplande renovatie van het Amsterdam Museum kan hij daar niet langer blijven staan. De Gouden Koets was een cadeau van de Amsterdammers bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898. Ze nam het rijtuig in 1901 pas in gebruik bij haar huwelijk, vermoedelijk omdat haar moeder voor de inhuldiging al een andere koets had besteld. Sindsdien deed het rijtuig dienst bij huwelijken en doopfeesten van de Oranjes en sinds 1903 op Prinsjesdag.
L. Vogelaar
„De koning heeft gelijk”, verzucht Piet Emmer, emeritus hoogleraar algemene geschiedenis van de Universiteit Leiden. Niet dat hij blij is met het besluit; bepaald niet. „De Gouden Koets heeft meer dan 100 jaar dienst gedaan zonder dat één woord van protest klonk. Maar blijkbaar is Nederland onverdraagzamer geworden tegenover het verleden en kunnen we niet langer accepteren dat de geschiedenis een vreemd land is, waar ze de dingen anders deden.” Straatnamen staan ter discussie, standbeelden ook. „Als je niet met het verleden kunt leven, heb je veel werk.” Vanwege die discussies toont Emmer begrip voor het besluit.
Die groeiende onverdraagzaamheid is volgens hem ook elders waar te nemen. „Zo hebben moslimstrijders de eeuwenoude ruïnestad Palmyra (Unesco-erfgoed) bijna met de grond gelijk gemaakt, omdat die stad uit de pre-islamitische tijd stamde. Gelukkig is de Gouden Koets niet vernietigd, maar staat hij in een museum. Intussen is te hopen dat de verdraagzaamheid terugkeert.”
Volgens Emmer speelt gebrek aan kennis een rol in de bezwaren tegen het gewraakte paneel van de koets. „Het toont dankbare onderdanen die de Nederlandse maagd tropische producten geven in ruil voor gezondheidszorg, onderwijs en andere verworvenheden. Zo’n tekening vinden we achterhaald, maar laten we ernaar kijken en bedenken wat er ondertussen is gebeurd. Het lijkt wel alsof we geen begrip meer voor het verleden kunnen opbrengen.”
Volgens de hoogleraar blijft in de discussie onderbelicht dat de koloniale tijd ook goede kanten had, bijvoorbeeld minder corruptie en betere gezondheidszorg.