„Het beeld dat hieruit naar voren is gekomen, laat zien dat, vooral de laatste jaren, de spanning in de organisatie sterk is toegenomen door de wijze van communiceren van de directeur-bestuurder, die als sterk directief en vaak ook confronterend wordt ervaren”, zo maakte het museum donderdagavond over de onderzoeksresultaten bekend.

„Ook werd duidelijk dat de aandacht aan en bejegening van de medewerkers de afgelopen jaren tekort is geschoten, deels als gevolg van de ambities van de directeur en de groei van het museum”, aldus de onderzoekers.

Keuning zegt dat hij zich niet voldoende heeft gerealiseerd welke impact zijn manier van leidinggeven en gedrevenheid hebben gehad op een flink deel van de medewerkers. Hij betreurt dit en heeft donderdagmiddag tijdens de onlinebijeenkomst zijn excuses aangeboden en beterschap beloofd.

Kunsthistoricus Keuning werkte eerder bij de Neue Nationalgalerie en het Prentenkabinet in Berlijn, bij museum Kröller-Müller en bij het Nieuw Land Erfgoedcentrum. In 2007 werd hij directeur van de Fundatie, een functie waarin hij altijd zeer zichtbaar was en waarin hij met name diverse eigentijdse werken van Duitse origine aan het publiek toonde.

Niet alleen wist hij meer belangstellenden uit het hele land te trekken, maar met bepaalde exposities ook een breder publiek. In zijn periode werd het museum zo’n tien jaar geleden met een spraakmakend ontwerp uitgebreid. Er werden ook diverse belangrijke aankopen gedaan.

Ralph Keuning kreeg vorig jaar de Cultuurprijs Overijssel. „Met zijn exposities bereikt hij een hoog artistiek niveau en er is sprake van een inspirerende culturele impact op de samenleving”, aldus de organisatie achter de onderscheiding.