De resetknop voor Libanon is kapot
Twee weken geleden deed ik op deze plek de voorspelling dat Libanon in 2022 veel in het nieuws zou komen, en niet op een positieve manier. Nu hoef je voor die voorspelling niet echt een profeet te zijn, want wat er in Libanon gebeurt, is simpelweg de optelsom van jarenlang wanbestuur en sektarische vriendjespolitiek.
Dus het verbaast niet echt dat de voorspelling al in de eerste week van dit jaar deels is uitgekomen. Een kleine greep uit het nieuws: het Libanese pond is sinds vorige week minder waard dan ooit. Kreeg je voor je dollar vele lange jaren 1500 pond, nu is dat maar liefst 30.000 pond – een record. Steeds meer mensen kunnen zelfs de kosten voor de verwarming niet meer betalen. Het bergstadje Arsal, waar de winter streng kan toeslaan, heeft de noodtoestand al uitgeroepen. En intussen bleven politieke tegenstanders elkaar ook afgelopen week uitmaken voor rotte vis.
Libanon heeft „zes tot zeven jaar” nodig om uit de crisis te komen, zei president Aoun eind december. Maar als de huidige neerwaartse spiraal aanhoudt, is die periode onmogelijk lang. Nu al winnen lokale gewapende groepen aan macht en gezag. Dit soort groepen vult al jaren het gat op dat de overheid laat vallen. Meestal gaat dat goed, maar soms leidt het tot gewelddadige confrontaties, zoals eind vorig jaar.
Nog veel vaker leidt de afwezigheid van de overheid tot criminaliteit en misdrijven. Diefstal en moord maakten in de eerste tien maanden van 2021 een groei door van respectievelijk 265 en 101 procent, zo blijkt uit een recent rapport. Het eerste ondervond ik zelf aan den lijve tijdens mijn laatste bezoek aan Libanon, toen midden op straat in Beiroet mijn telefoon uit mijn handen werd gegrist door een scooterrijder.
Terwijl ik dit schrijf, ben ik opnieuw in Libanon. Met telefoon, gelukkig. Maar de rot in de samenleving heeft niet stil gestaan. Bedelaars vullen vanouds sjieke straten in Beiroet; het aantal armen neemt elke week verder toe. Wie geen buitenlandse bron van inkomsten heeft en daardoor de gierende inflatie kan ontlopen, is aangewezen op liefdadigheid.
Wat Libanon nodig heeft, is een politieke reset. Maar de knop daarvoor doet het niet meer. En als die het al deed, zorgt de machtigste partij in het land er wel voor dat die niet wordt ingedrukt. Die partij is Hezbollah, dat niets te winnen heeft met een reset.
Intussen groeit logischerwijze de angst voor een nieuwe burgeroorlog. Die zal echt niet morgen uitbreken, maar er is een grens aan wat mensen kunnen verdragen. Als de Libanese politiek niet snel haar verantwoordelijkheid neemt, komt die grens heel snel in zicht. Wie zich ook maar iets herinnert van de vorige burgeroorlog die het land decennia lang teisterde, weet dat het bereiken van die grens de doos van Pandora kan openen.
De eerste week van het jaar is voorbij. Maar ik ben er niet gerust op wat de komende 51 weken voor Libanon gaan brengen.