„Bij elke pijnscheut bang dat het weer misgaat”
Het ziekenhuis, de fysiotherapie en het revalidatiecentrum zijn voor Gerlinda van Laar (16) uit Achterberg bekend terrein. Ze lijdt aan de zeldzame aandoening epifysiolyse.
Vier jaar geleden krijgt Gerlinda –die dan al kampt met pijnklachten in haar bovenbeen en lies– een onschuldig duwtje van haar broertje, vertelt haar moeder Suzanne van Laar-van Lith (45). Gerlinda voelt opeens een hevige pijnscheut in haar rechterheup en roept: „Mijn been doet het niet meer!” Haar ouders bellen de hulpdiensten, maar die vinden het niet nodig om te komen. Tegen middernacht besluiten haar ouders toch met Gerlinda naar de huisartsenpost te gaan. „We hebben haar, terwijl ze het uitschreeuwde van de pijn, van haar bureaustoel in de auto gekregen.” Een operatie volgt.
Na twee maanden begint ook Gerlinda’s linkerheup pijn te doen. Daaruit blijkt dat ze aan epifysiolyse lijdt: een aandoening waarbij de heupkop van de groeischijf kan afglijden. Uit voorzorg worden Gerlinda’s beide heupen voorzien van twee grote schroeven. Twee jaar later worden de schroeven operatief verwijderd. Vervolgens breekt Gerlinda, wegens spierzwakte, haar linkerbovenbeen.
Hoewel ze nog revalideert en bij elke pijnscheut erg bang is dat het weer misgaat, probeert de scholier haar vmbo-diploma te halen, vertelt haar moeder trots. Gerlinda doet voor de tweede keer het examenjaar. „Daar heeft ze het moeilijk mee. Gelukkig krijgt ze veel steun van haar klas.”