Vaccinoloog hoopt op lang effect boosterprik
Dat de effectiviteit van coronavaccins na verloop van tijd afneemt, was een tegenvaller. Hoogleraar vaccinologie Anke Huckriede hoopt dat de boosters ervoor zorgen dat de bescherming langer aanhoudt.
„Het immuunsysteem wordt steeds beter getraind”, zegt Huckriede, die werkt bij het UMC Groningen (UMCG). Ze wijst erop dat ook herhaalprikken nodig zijn van vaccins die onder het rijksvaccinatieprogramma worden toegediend aan kinderen, om ze te beschermen tegen ernstige infectieziekten. Zo wordt de DKTP-prik, die vaccins bevat tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio, in totaal vijf keer gegeven. De eerste drie prikken krijgen kinderen in het eerste levensjaar, de overige twee met 4 jaar en 9 jaar. Ook dat zijn in feite boosters, net als extra prikken van de coronavaccins. Hulkriede noemt die erg effectief. „Ik hoop dat het met Covid-19 ook zo gaat, maar het is nog koffiedik kijken of dat zo is.”
Volgens de vaccinoloog is duidelijk dat boosters de bescherming tegen het oplopen van het coronavirus en tegen ernstige ziekte aanzienlijk verbeteren. „De bescherming tegen ernstige ziekte neemt wel minder snel af dan tegen de infectie zelf. Toch gaat ook deze bescherming na verloop van tijd achteruit. Anders hadden we nu ook geen oplopende ziekenhuisopnames gekregen in november.”
Dat Israël aan ouderen alweer een vierde prik aanbiedt, vindt Huckriede wel wat snel gaan. „Daar zou ik zelf terughoudender mee zijn. Er is nog weinig over bekend”, zegt ze. Hoewel volgens haar van diverse vaccins bekend is dat ze goed werken als ze meerdere keren worden toegediend, kan het onder bepaalde omstandigheden ook te veel worden. „Te veel blootstelling geeft het immuunsysteem het signaal: het is niet zo erg. Het kan een soort tolerantie opwekken.” Of dat voor coronavaccins ook geldt, en hoeveel prikken dan optimaal zijn, valt nog niet te zeggen.
Hoewel de coronavaccins na een aantal maanden minder goed beschermen tegen besmetting, hebben ze toch een „enorm positief effect gehad” in het afgelopen jaar, zegt Huckriede. „Ik weet niet precies waar we nu anders hadden gestaan, maar met de deltavariant had ons gezondheidssysteem het niet aangekund.”
Voor de langere termijn hoopt Huckriede erop dat de immuniteit van de bevolking op een dusdanig hoog niveau komt dat de gezondheidszorg niet meer wordt overbelast. Ze raadt aan om het komende jaar goed te kijken naar onderzoeksresultaten uit Israël en het Verenigd Koninkrijk, landen die zowel qua besmettingsgolven als qua vaccinaties vaak voorliggen op Nederland.