Drugsgebruik in Amsterdamse horeca blijft dalen
Voor het vijfde jaar op rij roken bezoekers van Amsterdamse discotheken minder joints. Ook gebruiken ze minder xtc en cocaïne.
Dat bleek vrijdag uit het jaarlijkse Antenneonderzoek van Jellinek Preventie naar het gebruik van alcohol, tabak en drugs onder het Amsterdamse uitgaanspubliek.
Vooral xtc raakt uit onder de clubbezoekers. Vorig jaar gebruikte 8 procent een pilletje. Vijf jaar eerder was dat nog 27 procent. Het aantal mensen dat cocaïne gebruikt tijdens het stappen, nam in vijf jaar tijd af van 10 naar 3 procent. Ongeveer een op de vijf steekt een jointje op. In 1998 was dat nog 28 procent.
Over het algemeen hebben clubbezoekers ruime ervaring met drugs. Iets meer dan de helft heeft het afgelopen jaar een of meer oppeppende middelen gebruikt. Wel is het gebruik van cocaïne ten opzichte van xtc gestegen. Alcohol staat nog altijd met stip op nummer één onder het uitgaanspubliek. Van de stappers drinkt 84 procent alcohol, meestal bier of wijn. Het gemiddelde per avond ligt op zeven glazen alcohol. Jellinek, een instelling voor verslavingszorg, concludeert dat het alcoholgebruik in het uitgaanscircuit grotere aandacht verdient.