Dat blijkt uit een vertaald artikel in het Katholiek Nieuwsblad van 19 november. In het artikel komt onderzoeksleider David Catalunya, verbonden aan de Universiteit van Oxford, aan het woord.

Vermoedelijk in de eerste helft van de 12e eeuw brachten Franse kruisvaarders een orgel mee naar het Heilige Land, dat een plek kreeg in de Geboortekerk in Jeruzalem. Waarschijnlijk een eeuw later werd een aantal pijpen van het orgel, samen met klokken en andere liturgische voorwerpen, bij de Geboortekerk in Bethlehem verborgen, aan de vooravond van de inval van de Saracenen in 1244.
Bij opgravingen in 1906 in een franciscanenklooster bij de Geboortekerk werden 221 orgelpijpen, een aantal klokken en andere liturgische ornamenten ontdekt. De voorwerpen werden naar Jeruzalem gebracht, waar ze meer dan honderd jaar bewaard werden in het Studium Biblicum Franciscanum.
In het onderzoek van Catalunya en zijn team worden de pijpen bestudeerd met behulp van metaalanalyse, 3D-scans en een CT-scan. Het project is onder meer bedoeld om de originele pijpen te herstellen en de ontbrekende onderdelen te reconstrueren, „zodat het orgel na achthonderd jaar weer in volle glorie kan klinken", aldus het artikel in het Katholiek Nieuwsblad.