CDU-leider Merz voor adoptie door homostel
De voorzitter van de Duitse christendemocratische partij CDU, Friedrich Merz, heeft een lans gebroken voor adoptie door stellen van hetzelfde geslacht. Dat lijkt een fundamentele koerswijziging.
Dat meldde de christelijke nieuwssite CNE woensdag. Merz stond er altijd om bekend dat hij zich uitsprak voor het traditionele, heteroseksuele gezin. Twintig jaar geleden betoonde hij zich nog een fervent tegenstander van geregistreerd partnerschap voor homo- en lesbische koppels. Dat beschouwde hij als een aanval op het traditionele gezin. „We zullen dat niet accepteren”, verklaarde Merz destijds.
Vorig jaar september zei Merz nog over adoptie door homo- en lesbische stellen: „Seksuele gerichtheid is geen zorg voor de gemeenschap zolang die binnen de grenzen van de wet blijft en geen gevolgen heeft voor kinderen. Op dat punt is hier voor mij echter een absolute grens bereikt.”
De CDU-voorzitter blijkt nu van mening te zijn veranderd na het lezen van diverse studies over de kwestie. In een aantal interviews met Duitse media heeft Merz gezegd dat hij niet meer tegen adoptie door homoparen is.
In een gesprek met de Duitse tv-zender ARD verklaarde Merz zelfs: „Sommige homoseksuele stellen zijn waarschijnlijk zelfs betere ouders dan sommige heteroparen.” Tegen de Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung zei hij dat „de aandacht die kinderen nodig hebben niet afhangt van de vraag of de ouders homoseksueel of heteroseksueel zijn.”
Is dit een belangrijke koerswijziging van Merz, of probeert hij alleen maar aan een liberaler imago te werken op grond van politieke motieven? De CDU-leider verdedigde zijn nieuwe standpunt met de woorden: „Conservatief zijn betekent ook openstaan voor goede argumenten.”
De Duiste katholieke krant Die Tagespost waarschuwde dinsdag echter dat Merz een deel van zijn achterban van zich vervreemdt met dergelijke uitspraken. „Dit zegt iets over de manier waarop de nieuwe CDU-partijleider zijn eigen machtsbasis beoordeelt. Degenen die zijn ideeën over homoseksueel ouderschap niet delen, kunnen in zijn ogen worden genegeerd als partijlid en als kiezer.”