Michelle Groome: Verloop omikron in Zuid-Afrika is geen blauwdruk
Zeer veel besmettingen, maar relatief weinig ziekenhuisopnamen. Dat is het beeld dat vanuit Zuid-Afrika naar buiten komt over het verloop van de omikronvariant van het coronavirus. Wat zeggen de cijfers over een mogelijk verloop in Nederland?
Het is 24 november als Zuid-Afrika de eerste besmetting met het omikronvariant meldt. Het land heeft daarmee de langste geschiedenis met omikron. In de dichtbevolkte provincie Gauteng, waar de stijgende besmettingscijfers het eerst zichtbaar waren, is de omikronvariant inmiddels over zijn piek heen. In drie van de negen provincies lijkt de top bereikt, terwijl in de rest van het land nog stijgende cijfers worden genoteerd.
De bevindingen tot nu toe wijzen erop dat omikron veel besmettelijker is dan eerdere varianten, maar dat mensen er minder ziek van worden. Terwijl 22 procent van de in Zuid-Afrika opgenomen patiënten met de deltavariant op de ic belandde, is dat bij omikron slechts 5 procent.
Niet minder ernstig
Michelle Groome, onderzoeker bij het Zuid-Afrikaanse Nationale Instituut voor Besmettelijke Ziektes (NICD), bevestigt het beeld dat omikron tot mildere klachten leidt. „We waren als instituut eerder enigszins terughoudend met uitspraken daarover, omdat ernstige klachten vaak pas later openbaar komen. Maar het patroon lijkt consistent”, laat ze weten. Ze maakt er wel een kanttekening bij: de omikronvariant is op zichzelf niet minder ernstig, maar de ziekteverschijnselen zijn milder vanwege vaccinaties en eerdere infecties.
Het overgrote deel van de Zuid-Afrikanen heeft volgens haar al een vorm van immuniteit opgebouwd. Een kleine 45 procent van de Zuid-Afrikaanse bevolking boven de 18 jaar is tenminste een keer gevaccineerd, het meest met Pfizer. Daarnaast is naar schatting tussen de 70 en 80 procent van de populatie al eerder besmet geweest met corona. Groome stelt dat de in het laboratorium bevestigde gevallen slechts een tiende van het totaal uitmaken. „Die cijfers onderschatten de werkelijke omvang van het aantal infecties tot nu toe.”
Nederland
Of de bevindingen in Zuid-Afrika zich gemakkelijk laten overzetten naar de Nederlandse situatie vindt Groome moeilijk te zeggen. De uitgangspositie verschilt op veel punten: zo is de bevolking van Zuid-Afrika veel jonger dan in Nederland en is het in het land volop zomer. Anders dan in Nederland stak de omikronvariant in Zuid-Afrika de kop op toen het land de minste besmettingen telde sinds het begin van de pandemie. „Onze grote golf met deltabesmettingen hadden we van juni tot en met augustus. Het is dus lastig om goede vergelijkingen te trekken.”
De data maken volgens haar tenminste de afremmende werking duidelijk van vaccinatie of een eerdere besmetting.
In Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, twee landen waar de omikronvariant ook al langer om zich heen grijpt dan in Nederland, lijkt het verloop eveneens milder. In beide landen raakten vooralsnog echter vooral mensen in de leeftijdsgroep tussen de 20 en 40 jaar besmet. Die belanden sowieso minder snel in het ziekenhuis. Experts stellen dat het daarom nog te vroeg is om op basis daarvan harde uitspraken te doen.