De Jonge: booster vooral in prikstraat
Het kabinet wil dat boosterprikken vooral in prikstraten worden gezet en niet bij de huisarts. En slechts een klein deel van degenen die willen helpen met prikken, wordt ook daadwerkelijk ingezet.
Huisartsen die al afspraken met de GGD hebben gemaakt over boosteren in hun praktijk mogen doorgaan, maar andere huisartsen kunnen dit niet meer doen, zegt demissionair minister Hugo de Jonge. Volgens hem is dit maandag is afgesproken met onder meer de Landelijke Huisartsen Vereniging en de GGD’en.
Tijdens een coronadebat dinsdag benadrukte hij al geen huisartsen tegen te houden, zolang die er maar voor zorgen dat de vaccinaties goed worden geregistreerd. Maar enthousiast is hij er niet over. Volgens De Jonge zorgt het voor „veel gedoe” en kost het „tijd en energie” die huisartsen aan andere taken kunnen besteden.
Verpleeghuizen
Liever ziet hij dat huisartsen zich op een andere manier inzetten, bijvoorbeeld door te helpen in kleinschalige verpleeghuizen of door niet-mobiele patiënten thuis te prikken. Ook hoopt De Jonge dat huisartsen patiënten kunnen aansporen naar de GGD-prikstraten te gaan. Verder juicht hij toe dat huisartsen, waarvan sommige gepensioneerd zijn, daar zelf ook meewerken in de boostercampagne.
Van de ongeveer 12.000 mensen die zich via de website ggdreservisten.nl hebben aangemeld om te helpen bij de boosterprikcampagne, zijn er naar schatting ongeveer 2500 geschikt. Dat laat koepelorganisatie GGD GHOR Nederland weten. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat mensen maar een paar uur per week beschikbaar zijn om te helpen, of alleen onregelmatig. Op de website staat aangegeven dat wie zich aanmeldt, voor meeste regio’s minimaal 16 uur per week beschikbaar moet zijn. Een andere reden waarom slechts een deel van de aanmeldingen bruikbaar is, kan zijn dat veel mensen geen Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben of willen aanvragen.
Omikron
De omikronvariant van het coronavirus maakt nu 10 tot 15 procent van de besmettingen uit in Nederland. Dat zei Jaap van Dissel van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dinsdag in de Tweede Kamer. De voorspelling is dat omikron in januari dominant is. De deltavariant wordt dan verdrongen. Van Dissel benadrukt dat nog steeds onzeker is of omikron even ziekmakend is als de deltavariant.
Het kabinet laat onderzoeken of de vijftien minuten wachttijd na een boosterprik geschrapt kan worden. Maar „ik aarzel er sterk bij”, zei minister De Jonge dinsdag. Op priklocaties worden mensen een kwartier in de gaten gehouden om in te kunnen grijpen als ze verkeerd reageren op hun prik. De Jonge betwijfelt of het schrappen van de wachttijd tijdwinst oplevert, omdat bij de GGD de wachtruimtes groot genoeg zijn.