De Jonge: deel 60-plussers wordt volgend jaar pas geprikt
Het liefst had het kabinet alle 60-plussers nog voor het einde van het jaar een boosterprik gegeven. Maar „allemaal gaat denk ik niet lukken”, zegt demissionair zorgminister Hugo de Jonge. Het prikken van de niet-mobiele 60-plussers die „veel aandacht behoeven” kost meer tijd, dus dat zal deels ook in januari gebeuren.
Hij doelt daarmee op mensen die niet zomaar op eigen houtje naar de prikstraten van de GGD kunnen gaan. De Jonge hoopt „de mobiele 60-plusser grosso modo” wel geprikt te hebben voor het einde van het jaar. Ouderen die een prikafspraak hebben staan voor januari (zo’n 320.000 60-plussers), krijgen een SMS om die afspraak te vervroegen.
Van de 4,3 miljoen 60-plussers in Nederland, hebben ongeveer 1,4 miljoen een ‘oppepprik’ gehad. Zo’n 1,7 miljoen mensen hebben een afspraak voor de booster in hun agenda staan, blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM vertelde de Tweede Kamer woensdagochtend ook dat er nog een miljoen 60-plussers helemaal geen afspraak hebben gemaakt.
Hoeveel mensen van deze groep al daadwerkelijk een prik kan halen, is niet helemaal duidelijk. Iets meer dan een miljoen van alle volwassenen kan voorlopig nog geen boosterprik halen, omdat ze drie maanden moeten wachten na een eerdere vaccinatie of een besmetting. 500.000 van hen zijn te recent nog geprikt. 600.000 zijn sinds half oktober besmet geraakt met het virus, of zullen dat naar verwachting nog worden in de komende maand.