Muziek

Nieuwe Duitse dirigent van Residentie Orkest doet inspiratie op aan zee

Haar ouders vonden het niet zo’n goed idee dat Anja Bihlmaier (43) de dirigentenopleiding zou gaan doen. In de muziek is immers geen rooie cent te verdienen? Toch zette de Duitse door. Nu, jaren later, dirigeert ze overal ter wereld én is ze sinds kort chef-dirigent van het Residentie Orkest.

17 December 2021 16:26
Anja Bihlmaier. beeld Nikolaj Lund
Anja Bihlmaier. beeld Nikolaj Lund

Het Haagse orkest is druk aan het repeteren voor zijn uitvoering van de Vierde Symfonie van Mahler, in het gloednieuwe cultuurcentrum Amare in Den Haag. Bihlmaier komt net uit haar repetitie, partituur en dirigeerstokje nog onder de arm. De Duitse is sinds deze zomer chef-dirigent van het Residentie Orkest. De benoeming was snel beklonken: slechts één keer eerder stond ze voor het orkest, in 2018. Ze volgt Nicholas Collon op.

Hoe kijkt u terug op de eerste maanden met het Residentie Orkest?

„Het begon super met de start in het Concertgebouw en later het Prinsjesdagconcert. Die optredens gingen goed. Het is echt mooi om met dit orkest te werken. Aan het begin hebben we hetzelfde programma meerdere keren uitgevoerd; daardoor hadden we veel tijd om elkaar te leren kennen. Een goed begin is belangrijk.”

Hoe leer je zo’n groot orkest goed kennen?

„Door samen muziek te maken. Tijdens de repetities hoor ik hoe ze spelen en wat hun persoonlijkheid is. Ik heb snel door hoe mensen in elkaar zitten en de musici voelen mij ook goed aan. Bij een orkest gaat het veel om vertrouwen, het is net als bij een relatie. Elkaar leren kennen, vertrouwen, uitproberen wat werkt en wat niet. Vanaf het begin heb ik aangegeven graag een open communicatie te willen. Ik wil graag dat de musici met hun eigen ideeën over de muziek bij mij kunnen komen. Kritiek is volgens mij altijd iets positiefs.”

Was het altijd uw droom om dirigent te worden?

„Toen ik 16 jaar was, heb ik een dirigentencursus van acht weken gedaan. Terug op school voerden we met negentig jonge studenten de miniopera ”Tijl Uilenspiegel” uit; ik dirigeerde. Toen heb ik echt gemerkt dat dirigeren is wat ik moet doen in het leven. Ik werd er blij van, maakte anderen blij en kon energie samenbrengen. Als dirigent heb je zo’n groot instrument, dat is zo veel mooier dan wanneer ik alleen speel. Mijn ouders vonden het echter geen goed idee dat ik dirigent zou worden. Ik kom uit een klein dorp (Schwäbisch Gmünd, bij Stuttgart, MR), niemand weet dat dirigeren ook een beroep is. Bovendien: hoe kun je geld verdienen met muziek? Mijn ouders vonden dus dat ik eerst iets normaals moest gaan doen. Toen heb ik de opleiding tot docent muziek en geschiedenis gedaan. Dat is een heel uitgebreide opleiding, waar je twee instrumenten leert bespelen, zangles krijgt en ook veel dirigeert met orkest en koor. Na deze opleiding heb ik alsnog de dirigentenopleiding gedaan.”

U woont alweer even in Den Haag; hoe bevalt het u hier?

„Heel goed. Ik heb een mooi appartement in het Statenkwartier, op vijf minuten fietsen van het strand. Ik heb nog nooit aan de zee geleefd en vind deze elke dag weer fascinerend. De kleuren, de wind, de duinen, de koeien met de grote hoorns… De natuur is voor mij een grote inspiratiebron. Als je de kracht van de wind voelt, weet je dat je maar een klein elementje bent. De natuur is zo perfect. Rust en pure natuur heb ik echt nodig voor mij werk.”

U leerde zelfs Nederlands.

„Als ik iets doe, dan doe ik het met alles wat ik in me heb. Ik wil een deel van Den Haag zijn, met mijn publiek kunnen praten, begrijpen hoe de muziekwereld hier in elkaar zit. Daarom ben ik ook naar Den Haag verhuisd: hier ben ik thuis. In de eerste lockdown ging ik met een vriend uit Castricum de taal oefenen, via Skype. Nu ben ik elke week in een ander land om te dirigeren, dan is het moeilijker om te oefenen.”

In Nederland zijn nu twee vrouwelijke chef-dirigenten: Karina Canellakis van het Radio Filharmonisch Orkest en u. Waarom zijn er maar zo weinig vrouwen aan de top?

„Eigenlijk valt het in deze regio wel mee: we hebben ook nog Elim Chan en Kristiina Poska, in Vlaanderen. Dat is best veel als je het met Duitsland vergelijkt. Daar doen maar weinig vrouwen de opleiding. Een baan als dirigent is ook niet zo makkelijk als je een gezin hebt. Je bent veel aan het reizen. Ik weet niet hoe Karina dat doet; die heeft pas een baby gekregen. De andere twee dirigenten hebben denk ik ook geen gezin – of nog niet.

Voor vrouwen is het lastig om de muziekwereld binnen te komen. Ik was de enige vrouw in de opleiding. Mannen zijn in Duitsland goed in het organiseren van allerlei verbanden, ze zijn vaak lid van een Burschenschaft (traditionele Duitse studentenverenigingen, MR). Oud-leden die inmiddels werken, steunen hun vereniging met geld. Vrouwen hebben zulke verbanden niet. Als je hogerop komt en je komt andere vrouwen tegen, is het vaak ellebogenwerk. Zo heb ik dat in Duitsland ervaren.”

Bent u een rolmodel voor jonge vrouwen die dirigent willen worden?

„Ik heb dat nooit zo gezien en geprobeerd er niet te zeer op te focussen dat ik een vrouw ben. Ik maak gewoon muziek, als je niet kijkt weet je niet of een man of vrouw dirigeert. Maar inmiddels heb ik begrepen dat ik toch een beetje een rolmodel kan zijn voor jongeren. Ik ben net een mentorprogramma gestart voor vrouwelijke kunstenaars in Freiburg, waar ik heb gestudeerd. We gaan proberen deze vrouwen verder te brengen en ervoor te zorgen dat ze leiding kunnen geven. Onlangs belde een vriendin uit Wenen me op. Ze had twee jonge vrouwelijke dirigenten uit Spanje ontmoet, die het hadden over een Duitse dirigent die overal in Spanje dirigeerde. Dat was ik. In Spanje zijn er ook weinig vrouwelijke dirigenten. Het is mooi om te laten zien dat het mogelijk is om als vrouw op hoog niveau dirigent te zijn. Misschien kan ik hun hoop bieden. Maar uiteindelijk gaat het erom of je goed bent of niet. Of je een orkest kunt overtuigen of niet.”

Met welke woorden zou u het Residentie Orkest omschrijven?

„Geweldig orkest! Het zijn mensen die risico willen nemen. Dat is niet met elk orkest zo. Ze zijn niet bang dat er iets fout gaat, maar gaan met me mee. Dat vind ik super. Op repetities hebben ze hun eigen ideeën om een stuk beter uit te voeren. Iedereen is actief en belangrijk. Het is een groot team, het orkest maar ook de mensen eromheen, zoals de collega’s van de administratie, educatie en de communicatieafdeling. Mijn job is om de energie en expertise van alle musici bij elkaar te brengen.”

Is dat al een beetje gelukt?

„Ja, dat voel ik. Er heerst een goede sfeer. Op concerten merk je dat. Dan zijn de musici allen vrij en dat voel je. Met het publiek erbij heb je weer een andere energie. Ik ben een heel flexibele en spontane dirigent. Ik train niet om het op een bepaalde manier te doen; er moet iets speciaals gebeuren. Ik heb een orkest nodig dat dat wil en daarop reageert.”

Sven Arne Tepl, directeur van het Residentie Orkest, zegt over u: Anja is een ware communicator, ze is gepassioneerd en veeleisend. Hoe zou u zichzelf als dirigent omschrijven?

„Ik denk dat hij gelijk heeft. Als ik muziek ga uitvoeren, weet ik exact hoe het moet klinken. Ik heb een grote passie en liefde voor muziek en voor mensen. Elke minuut die ik heb, gebruik ik om de muziek nog beter te maken. Op het concert laat ik dat juist los. We hebben dan hard gewerkt, we weten hoe de muziek in elkaar zit, iedereen is geconcentreerd. Dan laat ik de mensen vrij. Veel dirigenten willen dan nog controleren, maar ik vind dat niet interessant. Magische momenten kun je niet creëren.”

Dan kan het ook weleens misgaan.

„Het orkest speelt technisch op een hoog niveau; normaal gesproken worden er geen foutjes gemaakt. Er is wel een risico dat de klankkleur van het orkest niet zo mooi is als ik had verwacht. Of dat ik te vroeg de teugels loslaat, waardoor de energie niet goed is verspreid. Vergelijk het met koken: als ik energie geef, wordt het heter, als ik daarna terugneem, dan koelt het weer af. Geef je te veel, dan werkt het niet. Dat gebeurde vandaag op de repetitie. Ik heb het tempo een stuk sneller gepakt, maar dat werkte niet. Ik ben zo enthousiast dat ik soms te veel vraag aan het begin van de repetities. Op het concert kan dat wel. Maar ik wil het nu hebben, en niet straks, haha.”

Door de coronamaatregelen moest een aantal concerten worden afgelast. Wat doet die onzekerheid met u?

„Het is echt treurig. We hebben zo veel voorbereidingen getroffen, en dan gaat het weer niet door. Het is soms wel lastig de motivatie te behouden. Orkestleden kunnen niet thuiszitten en thuiswerken. We mogen nu gelukkig nog wel concerten geven, maar voor veel minder publiek. Veel andere projecten, zoals maatschappelijke activiteiten en educatie, moeten we afzeggen. Dat is erg lastig.

Zelf kan ik gelukkig nog veel andere concerten met andere orkesten over de hele wereld doen. Daar haal ook ik energie uit. Als ik alleen in mijn appartement zou moeten wachten of iets doorgaat of niet, zou dat best moeilijk zijn. Maar ik blijf positief. We hebben voor de komende tijd veel mooie dingen in petto: onder meer het ”Requiem” van Verdi en een tour naar Duitsland.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer