Klimaatwakers bij het Catshuis.
Nu de kabinetsformatie erop zit, komt er ook een einde aan een ‘klimaatwake’ van bijna acht maanden.
Sinds 19 april hebben in totaal zo’n achthonderd mensen meegedaan aan de wake: overdag kwamen de deelnemers om beurten naar Den Haag, goed zichtbaar voor Tweede Kamerleden, en ’s nachts zaten ze online voor hun laptop. Met de actie wilden de klimaatwakers „stilstaan bij klimaatverandering, rouwen om wat al verloren is gegaan en aan de politiek laten zien dat een rigoureus klimaatbeleid de hoogste prioriteit heeft.”
Zo’n veertig deelnemers sloten de wake donderdagmiddag af. Dina Weeda coördinator van de wake vertelt dat de actie vooral draaide om bewustwording. Ze is trots op wat er is bereikt, „al kan het bewustzijn onder het publiek nog wel beter.” Kamerleden kwamen regelmatig buurten bij de activisten. „We hebben ze ingelijste hartenkreten over het klimaat meegegeven”, vertelt Weeda.
Tal van organisaties waren betrokken bij de actie: van de activisten van Extinction Rebellion en Greenpeace tot politieke jongerenorganisaties van vooral de progressieve partijen, maar ook christelijke organisaties als ZOA, tearfund, GroeneKerken en PerspectieF (ChristenUnie-jongeren).
Donderdagmorgen lieten klimaatactivisten ook van zich horen in de Tweede Kamer. Ze lieten een spandoek vallen in de plenaire zaal. Dit gebeurde tijdens het debat over het verslag van de informateurs. Ze hingen een zwart spandoek over de leuning van de publieke tribune met een roze olifant en daarop de tekst „Klimaat Noodtoestand”.