Ziekenhuiszorg afgelopen week niet nog verder teruggeschroefd
De mate waarin ziekenhuizen aan hun normale werk toekomen, is afgelopen week niet nog verder afgenomen. In een overzicht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is zelfs een klein beetje vooruitgang te zien. Twintig van de 73 Nederlandse ziekenhuizen slagen er momenteel niet in om alle „kritiek planbare zorg” binnen zes weken te leveren. Dat waren er vorige week nog 21.
Als mensen niet binnen de gestelde termijn van zes weken geholpen kunnen worden, kan dat leiden tot gezondheidsschade. Dat moet worden voorkomen en daarom worden ingrepen die minder haast hebben de afgelopen tijd weer massaal geschrapt.
Als mensen niet in het ene ziekenhuis terechtkunnen, wordt binnen hun regio gekeken of een ander ziekenhuis wel plaats heeft. Uit het NZa-overzicht wordt niet duidelijk hoeveel mensen niet op tijd worden behandeld.
Net als vorige week zijn 41 procent minder operatiekamers in gebruik dan normaal. Door het aanhoudend hoge aantal coronapatiënten hebben vrijwel alle ziekenhuizen patiënten afgebeld van wie de behandeling niet heel snel noodzakelijk is. De meeste ziekenhuizen (42) verlenen helemaal geen „planbare zorg” meer. Onder die noemer vallen bijvoorbeeld knie- en heupoperaties. Vorige week ging het om 41 ziekenhuizen.
Zoals vorige week al duidelijk werd, is de druk op de zorg niet eerlijk verdeeld over het land. Zo is de kritiek planbare zorg aanzienlijk verder teruggeschroefd in Limburg dan in buurprovincie Brabant. In Limburg is ook de planbare zorg volledig stilgelegd, terwijl dat in Brabant in minder dan een kwart van de ziekenhuizen het geval is. De NZa riep vorige week op tot samenwerking om dit soort ongelijkheid tegen te gaan.