Tweede synagoge ontdekt in Migdal
Archeologen hebben onlangs in het Israëlische Migdal, aan het Meer van Galilea, een synagoge ontdekt die Joden 2000 jaar geleden gebruikten.
Dat heeft de Universiteit van Haifa zondag bekendgemaakt. Het gaat om de tweede synagoge die in Migdal is gevonden. Uit deze plaats is waarschijnlijk Maria van Magdala afkomstig, ook bekend als Maria (van) Magdalena, of in het Hebreeuws Mirjam uit Migdal. Het stadje werd vanaf de vierde eeuw voor Christus bewoond en bereikte zijn bloei in de eerste eeuwen van de jaartelling. Het bleef bestaan tot de middeleeuwen, maar toen was het minder groot.
In de tijd van het Nieuwe Testament bestond de bevolking van Migdal, evenals andere nederzettingen aan de noordzijde van het Meer van Galilea, uit religieuze Joden. De bewoners visten op het Meer van Galilea en ze bebouwden het vruchtbare land in de buurt. In de tijd van Jezus was Magdala een belangrijke plaats die zich uitstrekte over een afstand van zeker een kilometer langs de binnenzee.
De onderzoekers concluderen uit de vondst dat Joden behoefte hadden aan een speciaal gebouw voor het lezen en bestuderen van de Thora en voor sociale bijeenkomsten. „We kunnen ons voorstellen dat Maria van Magdalena, haar familie en andere inwoners van Migdal hier naar de synagoge kwamen om deel te nemen aan religieuze en gemeenschappelijke evenementen”, zegt Dina Avshalom-Gorni, een van de directeuren van de opgravingen.
De opgegraven synagoge is een breed, vierkant gebouw, dat werd opgetrokken uit basalt en kalksteen. Het gebedshuis had een centrale hal en twee kamers. De wanden van de centrale hal werden bedekt met wit en gekleurd pleisterwerk. Een stenen bank liep langs de muren. De kleine kamer aan de zuidzijde van de hal werd mogelijk gebruikt om boekrollen in op te slaan.
Eerste synagoge
Archeologen van de Israëlische Oudheidkundige Dienst vonden in 2009 ook al een synagoge in Migdal, toen zij de oostzijde van het stadje opgroeven. Jezus heeft mogelijk beide synagoges gekend. In die synagoge vonden de onderzoekers een steen met een afbeelding van een zevenarmige kandelaar of menora. De kunstenaar probeerde mogelijk de menora in de tempel te kopiëren. Het betrof toen de eerste synagoge uit de Tweede Tempelperiode die archeologen in Galilea vonden.
Prof. Adi Erlich, het hoofd van het Zinman Instituut voor archeologie van de Universiteit van Haifa, zegt dat de afbeelding van de menora suggereert dat de Joden in de Tweede Tempelperiode Jeruzalem als hun religieuze centrum zagen. Maar de twee synagogen in Migdal laten zien dat ze ook behoefte hadden aan plekken voor de plaatselijke religieuze, en mogelijk ook sociale, bijeenkomsten.
„De synagoge die we nu aan het opgraven zijn, ligt dicht bij een straat met huizen. De synagoge die we in 2009 opgroeven werd omgeven door een industrieel gebied. De plaatselijke synagogen maakten dus deel uit van het sociale leven in de nederzetting.”
De opgraving werd verricht omdat autoweg 90, die van noord naar zuid Israël loopt, wordt verbreed.