Dr. Harinck directeur documentatiecentrum
De historicus prof. dr. George Harinck is per 1 december 2004 benoemd tot directeur van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Dat heeft het centrum woensdag laten weten.
Harinck (1958) studeerde geschiedenis aan de Leidse universiteit en promoveerde in 1993 aan de Vrije Universiteit op het proefschrift ”De Reformatie. Weekblad tot ontwikkeling van het gereformeerde leven 1920-1940”. Sinds 1995 is hij werkzaam aan het Historisch Documentatiecentrum. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar geschiedenis aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Kampen en directeur van het Archief- en Documentatiecentrum aldaar.
Prof. Harinck heeft veel gepubliceerd op het gebied van het Nederlands protestantisme en was medeorganisator van tal van congressen, studiedagen en tentoonstellingen op dit terrein. Als directeur volgt hij prof. dr. J. de Bruijn op, die om gezondheidsredenen deze functie neerlegt. De Bruijn blijft als senior onderzoeker bij het Historisch Documentatiecentrum werkzaam. Hij blijft tevens werkzaam als bijzonder hoogleraar aan de faculteit der rechtsgeleerdheid.
Als een belangrijke taak voor het Historisch Documentatiecentrum ziet Harinck de opgebouwde wetenschappelijke vervlechtingen -zowel binnen de eigen universiteit als internationaal- uit te bouwen ten bate van de vernieuwing van het onderzoek naar het protestantisme als culturele vormgever, zowel op het gebied van de boek- en communicatiegeschiedenis als bijvoorbeeld inzake de inrichting van de samenleving.
„Het vitale en dynamische karakter van het protestantisme moet de plaats innemen van de inmiddels te lang dominerende gedachte dat het protestantisme vooral iets is waaraan we moeten zien te ontkomen. Laten we dat doemscenario afleggen en het stof van het protestantisme afblazen. Het is een beweging geweest die mede bepalend is geweest voor het vrije en open karakter van onze moderne samenleving in de afgelopen twee eeuwen en die het verdient om in zijn historische context met uitdagende vraagstellingen tegemoet te worden getreden, zowel politiek als cultureel, zowel lokaal als nationaal en internationaal, en zowel kerkelijk als sociaal. Twee kilometer archief in onze kelders dagen de moderne onderzoeker uit te worden ontdekt.”