Hoe een oud gebruik helpt als gletsjers wegsmelten
Vier zussen in het Peruaanse Andesgebergte vonden een duurzame oplossing voor afsmeltende gletsjers. Ze legden 125 bergmeertjes aan die de functie van de gletsjers overnamen: een gebruik van hun voorouders.
Een meeuw vliegt krijsend over het meertje Tapacocha, ”nest van water” in de taal van de inheemse Andesbewoners. „Hoor je de vogel? Ze kondigt regen aan”, constateert Victoria Machaca, en trekt haar wollen omslagdoek dichter om zich heen. „Let maar op.”
Even later vallen de eerste hagelstenen. We zoeken dekking bij een rotspartij, gehurkt onder een stuk plastic en dezelfde omslagdoek, tot de bui is overgetrokken en de zon weer doorbreekt. „De natuur heeft altijd gelijk”, zegt Victoria lachend.
We zijn in Quispillaccta, een Quechuadorp in het centrale Andesgebergte van Peru. Het bergmeertje Tapacocha is niet zomaar een meer: de bewoners van Quispillaccta legden het in 2004 zelf aan, in deze bergketen van de regio Ayacucho op zo’n 4000 meter hoogte. Het meertje is het resultaat van wat de zussen Victoria, Marcela, Magdalena en Lydia Machaca het „zaaien en oogsten” van regenwater noemen, een techniek van hun inheemse voorouders voor het creëren van waterreservoirs in de bergen.
Onder begeleiding van hun stichting Asociacion Bartolome Aripaylla (ABA) legden de bewoners nog tientallen van deze meertjes aan. De zo ontstane bergmeertjes, ”qocha’s” in het Quechua, vangen in de regentijd het water op en laten dat in de droge tijd langzaam doorsijpelen naar het grondwater van lager gelegen gebieden.
Vergeten gebruik
Daarmee brachten de qocha’s een radicale verandering voor de inheemse boerenbewoners, die traditioneel van kleinschalige landbouw en veehouderij leven. Tot een halve eeuw geleden waren de bergtoppen in dit gebied nog bedekt met eeuwige sneeuw.
Deze gletsjers functioneerden als natuurlijke waterreservoirs, die in de droge tijd (van april tot oktober) de rivieren en beekjes voedden met smeltwater, waarna in de regentijd de ijsvoorraad weer werd aangevuld met sneeuw. Maar klimaatopwarming deed de gletsjers verdwijnen en het gebied verdroogde tot een toendra-achtige vlakte waar weinig meer groeide.
De zoetwatervoorraden die zijn opgeslagen in gletsjers zijn essentieel voor de watervoorziening van een vijfde van de wereldbevolking. Maar klimaatopwarming doet deze ijsvoorraden in gestaag tempo verdwijnen. Dat laat zich zeker voelen in Peru, waar zich 71 procent van alle tropische gletsjers (in het gebied rondom de evenaar) van Zuid-Amerika bevindt, op de toppen van het Andesgebergte. Van de twintig bergketens met eeuwige sneeuw zijn de ijskappen van twee van deze ketens al helemaal weggesmolten, waaronder in de regio Ayacucho. Van andere bergketens is sinds de jaren 70 bijna de helft van het ijs verdwenen.
Het keerpunt voor de bewoners van Quispillaccta kwam in 1991, een jaar van extreme droogte. Victoria Machaca: „Ten einde raad vroegen we ons af: wat deden onze voorouders in tijden van droogte? Want in de Andes zijn geen twee jaren hetzelfde, klimaatschommelingen zijn er altijd al geweest.”
De oplossing bleek in het collectieve geheugen van de gemeenschap opgeslagen te liggen. „Toen we klein waren, in de jaren 70, vertelden onze grootouders ons over ”qucha chapay”, het gebruik om in tijden van droogte tijdelijke reservoirs aan te leggen in van nature aanwezige uithollingen in de bergen. Maar door de jaren van conflict (de strijd tussen de maoïstische rebellenbeweging Lichtend Pad en het Peruaanse leger van 1980 tot 1999, YB), was veel van onze traditionele kennis verloren gegaan, en waren we opgehouden met het zorgen voor de natuur”, zegt Victoria, zittend aan de oever van een van de meertjes.
Lage kosten
Onder leiding van de zussen Machaca, allen opgeleid als agrarisch ingenieurs, legden de bewoners het eerste reservoir aan. Aanvankelijk geloofden weinigen in het slagen van het project. „Omdat het rustieke waterreservoirs zijn, gebouwd met natuurlijke materialen, zonder cement of ijzeren sluizen, geloofde men niet dat het zou werken. Daarbij was het gebied zó droog dat het jaren duurde voordat het een volwaardig meer was”, zegt Marcela Machaca, de oudste van de vier zussen. „Pas na een paar jaar bleef het water staan.”
De effecten werden snel zichtbaar. Er ontstonden nieuwe weidegronden voor het vee. Het zo droge landschap kleurde weer groener, en de boeren konden weer twee keer per jaar oogsten, in plaats van één.
Sindsdien legden de gemeenschappen meer dan honderd van deze meertjes aan in Ayacucho, begeleid door de zussen Machaca. Dat succes zit hem vooral in de eenvoud van het project, zegt Victoria. „Alle qocha’s zijn aangelegd met een ”faena comunal”, het collectieve werk in de inheemse Quechuagemeenschappen, waaraan ieder lid verplicht is deel te nemen”, zegt Victoria. „Wij helpen ze met het vaststellen van de juiste plek voor het reservoir, en zorgen voor de gereedschappen. En omdat we alleen natuurlijke materialen gebruiken voor het bouwen van de dammen, zoals klei en stenen uit de omgeving, zijn de kosten laag.”
Harmonisch
Ze wijst naar het meertje, een haast idyllische lagune omgeven door plukjes bomen en bergvlaktes met ”ichos”, de op helmgras lijkende gele Andesgrassen. Verderop graast een kudde alpaca’s. „De qocha’s zijn in harmonie met de natuur. We zorgen ervoor dat ze natuurlijke lijnen volgen, zo leggen we geen rechte dijken aan. Wij zijn opgeleid als agrarisch ingenieur, maar welke wetenschap gaan we hier toepassen? Wat je hier ziet is de agricultuur van de Andes, gebaseerd op de kennis van onze voorouders.”
Haar zus Magdalena vult haar aan: „We doen niet meer dan de natuur faciliteren, en tegelijkertijd leren we van haar, want zij laat zien waar er water is.””
Conflicten
Die vrolijke saamhorigheid was er niet altijd. De waterschaarste van begin jaren 90 leidde tot conflicten over toegang tot water tussen de gemeenschapsbewoners. Bovendien was de gemeenschap verscheurd door de jarenlange strijd tussen rebellenbeweging Lichtend Pad en het Peruaanse leger in de jaren 80 en 90. „Men was alleen nog maar bezig met overleven”, zegt Marcela.
De meertjes maakten een eind aan de waterschaarste, en brachten de gemeenschapszin weer terug in de gemeenschappen. „Elke familie heeft nu voldoende toegang tot water, waardoor we vaker kunnen oogsten”, zegt Eliazar Conde Huamani, ‘burgemeester’ van Quispillaccta. „En omdat de vegetatie overal is toegenomen, hoeven families niet meer te ruziën om weidegrond voor hun vee.”
Uitbuiting
Duurzame oplossingen in harmonie met de natuur zijn volgens de zussen Machaca essentieel in de strijd tegen de impact van klimaatverandering. „Voor ons is het water als een persoon, we zien die als onze moeder. Ze vertegenwoordigt het leven. Maar de moderne mens heeft geleerd om de natuur te domineren”, zegt Magdalena, terwijl ze om de meter een maïskorrel laat vallen in het omgeploegde veld.
„Wie niet begrijpt dat het water als een moeder is, zal haar willen uitbuiten en vervuilen. De zorg voor elkaar moet wederzijds zijn. Alleen als we het leven van het water faciliteren, kunnen wij overleven.”