Hoe meer verdieners er zijn in een huishouden, hoe kleiner het armoederisico is. Zo liep nog geen 1 op de 100 tweeverdieners in 2020 risico op armoede, bij de eenverdieners waren dat er 6 op de 100. Bij de nulverdieners, de economisch inactieve huishoudens die in hoofdzaak afhankelijk zijn van een uitkering, ging het om 14 van de 100. Een langdurig laag inkomen kwam bij tweeverdieners nauwelijks voor, het aandeel was een kleine 2 procent bij eenverdieners en bijna 8 procent bij nulverdieners.

In de drie jaren ervoor waren de risicopercentages bij vooral nul- en eenverdieners een fractie hoger. Als verdiener zijn alleen de werkenden aangemerkt die deel uitmaken van de zogeheten huishoudenskern: de hoofdkostwinner en diens eventuele partner. Volwassen kinderen tellen niet mee, en bij eenoudergezinnen gaat alleen om eventuele verdieninkomsten van de ouder.

Kinderen

De onderzoekers stelden ook vast dat de groep kinderen in arme gezinnen in een kwart eeuw niet zo klein geweest is als in 2020. Sinds 2013 daalt het aantal kinderen dat in armoede leeft. Maar nog steeds gaat het om een groep van 221.000 minderjarigen.

Niet alleen bij kinderen komt armoede de laatste jaren minder voor. In 2020 dook het aantal werkenden met een risico op armoede net onder de 2 procent. Dat is het zevende jaar op rij met een daling.

CBS-econoom Peter Hein van Mulligen stelt dat de armoededaling komt door de veranderende economische situatie. „Meer mensen vinden werk en zzp’ers vinden meer opdrachten. Zo hebben meer mensen een hoger inkomen.”

Inflatie

De inflatie schiet de laatste maanden omhoog en bereikte in november een record van 5,2 procent. Mensen kunnen daardoor minder spullen kopen van hetzelfde geld. Dat kan er volgens Van Mulligen voor zorgen dat mensen sneller in armoede terechtkomen.

Zo ziet Walid Somers, schuldhulpverlener bij Grip, dat meer werkenden in financiële moeilijkheden komen. „Dat komt door te weinig inkomen in combinatie met de gestegen prijzen in de afgelopen periode”, meldt hij bij de NOS.

Toch zijn de voortekenen voor dit jaar volgens CBS-econooom Van Mulligen per saldo „gunstig”, omdat mensen door de krappe arbeidsmarkt relatief makkelijk aan werk komen. Het Centraal Planbureau sprak eerder de verwachting uit dat de armoede ook dit jaar daalt en daarna stabiliseert.

Overheden en de Europese Centrale Bank herhalen dat de inflatie van tijdelijke aard is, maar daar hebben sommige economen hun twijfels bij. Zo laat Hugo Erken, die leiding geeft aan een economisch onderzoeksteam bij de Rabobank, aan NU.nl weten dat hij verwacht dat de inflatie nog maanden zal blijven stijgen. Hij denkt dat bedrijven onder meer de gestegen energiekosten zullen doorberekenen in hun prijzen aan de klanten. Erken rekent tot maart op een inflatie van rond de 5 procent. Hoewel de stijging daarna zal afzwakken, verwacht hij dat de prijzen niet zullen terugzakken naar het oude niveau.