Rapport: Amsterdam hield te weinig toezicht op AEB
Amsterdam heeft geblunderd met het Afval Energie Bedrijf (AEB). De gemeente had als enige aandeelhouder flinke ambities met het bedrijf, maar hield onvoldoende toezicht, keek te weinig naar het publieke belang en te veel naar de financiële prestaties. De gemeenteraad volgde hierin en was niet kritisch genoeg. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een raadsenquête naar het AEB. De enquêtecommissie deed sinds september vorig jaar onderzoek naar de perikelen bij de afvalverwerker en overhandigde haar eindrapport dinsdag aan burgemeester Femke Halsema.
De vuilverwerker-annex-warmteleverancier kwam in 2019 door onder meer achterstallig onderhoud en intern geharrewar zodanig in het nauw, dat vier van de zes verbrandingsovens moesten worden stilgelegd en er een stuwmeer ontstond aan afval vanuit Amsterdam, maar ook andere delen van het land. De gemeente sprong meermalen financieel bij om AEB overeind te houden en besloot uiteindelijk het bedrijf te koop te zetten.
Volgens de enquêtecommissie kan een deel van de problemen bij AEB worden verklaard door de versnipperde aansturing: de gemeente was zowel aandeelhouder, opdrachtgever als financier en elke rol was ondergebracht bij een andere wethouder. Er was daardoor geen „integrale blik” en dat leidde ertoe dat zowel ambtenaren als het college werden verrast door de grote problemen bij het AEB, zoals bij de stillegging in 2019.
Daarop nam de gemeente de regie en bundelde de krachten om de problemen op te lossen. Maar dat was kennelijk eenmalig, „want het deelnemingenbeleid blijft op dit punt onveranderd”, zegt de commissie. Ze vindt dat het besluit om AEB te verkopen erg haastig is genomen: „De gemeente wil alle problemen die zich jarenlang hebben opgebouwd ineens oplossen door een verkoop van de deelneming.”
Het bedrijf werd begin dit jaar in de etalage gezet. Volgens onbevestigde berichten is de Rotterdamse afvalverwerker AVR de meest waarschijnlijke koper.
De enquêtecommissie, die onder leiding stond van VVD-raadslid Dorienke de Grave-Verkerk, doet een aantal aanbevelingen. Zo moet het leiden van een bedrijf waarin de gemeente grootaandeelhouder is voortaan onder één wethouder vallen. Ook moet de gemeenteraad meer technische ondersteuning krijgen bij besluitvorming over grote investeringen.
Verder adviseert de commissie om alerter te zijn op „signalen van falende bedrijfsprocessen”. Ook moet worden gekeken naar „de aanwezige kennis en ervaring op de gebieden waar de gemeente een publiek belang identificeert bij haar deelnemingen”. Is die kennis niet in huis, dan moet die worden ingehuurd.
De meest betrokken wethouder Victor Everhardt (deelnemingen) zegt in een eerste reactie dat het rapport „de crisis bij AEB goed in een langer perspectief zet”. „Het rapport geeft aanleiding om goed te kijken hoe we een gemeentelijke deelneming beter vormgeven binnen de gemeente.”