Moskou wil garanties van Washington
De Amerikaanse president Joe Biden en zijn Russische collega Vladimir Poetin gaan dinsdag met elkaar in gesprek over de spanningen rond Oekraïne. Wat wil Moskou?
Oekraïne is praktisch omsingeld: er staan mogelijk 175.000 Russische soldaten aan de oostgrens klaar, op de Krim ligt de machtige Zwarte Zeevloot en in het noorden lijkt er geen twijfel te zijn over welke kant Wit-Rusland zou kiezen in geval van een conflict. Dan is er in het zuidwesten nog Transnistrië, de afvallige regio in Moldavië vol Russische troepen.
Het wapengekletter en de groeiende troepenmacht lijken geslaagde drukmiddelen te zijn van Poetin om Biden aan de onderhandelingstafel te krijgen. Volgens inlichtingen van de NAVO is een invasie van Oekraïne begin 2022 „zeer reëel” als Biden „niet ingaat op de eisen van Poetin.” De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, dreigde met „ernstige gevolgen” als Moskou besluit „de confrontatie aan te gaan.” De Verenigde Staten komen met „economische maatregelen met grote impact” in het geval van agressie van Russische kant.
De Russische collega van Blinken, Sergej Lavrov, waarschuwde op zijn beurt weer Europa en de NAVO voor „een terugkeer naar militaire confrontaties.” Dat zou een „nachtmerriescenario” zijn. Rusland wil gauw een vreedzame oplossing, zei Lavrov. „We zijn bereid de stappen te nemen die nodig zijn om de crisis te bezweren. Wij willen helemaal geen conflict in Oost-Oekraïne.”
De ministers van Buitenlandse Zaken kwamen er samen niet uit, daarom is het nu aan de presidenten om de problemen op te lossen. President Biden zei vorige week dat hij zich voorbereidt op een „lange discussie” met Poetin. „Ik ben een aantal initiatieven aan het voorbereiden die volgens mij zeer uitgebreid en belangrijk zijn. Die zullen het Poetin heel erg moeilijk maken om te doen wat mensen denken dat hij gaat doen.”
Bufferzone
Biden wuifde eerder nog de waarschuwing weg van Poetin dat westerse militaire steun aan Oekraïne een „rode lijn” betekent. Poetin, daarentegen, is volgens politiek analist Anton Barbasjin uit op harde garanties. Allereerst wil Rusland dat de levering van wapens aan Oekraïne stopt. Het tweede punt bleek uit de woorden van Lavrov tijdens de gesprekken met Blinken: Poetin wil zwart-op-wit de toezegging dat Oekraïne nooit lid van de NAVO zal worden, stelt Barbasjin. Rusland wil „een overeenkomst om de soevereiniteit van Oekraïne te beperken, waardoor het een bufferzone tussen de NAVO en Rusland wordt.”
Het stadium van rechtstreeks praten met Kiev is Moskou allang gepasseerd. Voormalig president Dmitri Medvedev schreef onlangs in de Russische krant Kommersant dat Oekraïne „onder directe buitenlandse controle” staat. Het heeft geen zin om te praten met „vazallen” er moet gepraat worden met de „opperheer.” Poetin schreef eerder een artikel waarin hij de Russische invloed op Oekraïne rechtvaardigde. Er stond onder andere in dat Oekraïne en Rusland één volk zijn. „Ware soevereiniteit is alleen mogelijk in partnerschap met Rusland”, schreef hij. Ook beweerde Poetin dat de Oekraïense staat „grotendeels ten koste van het historische Rusland” ontstond en dat „Rusland is beroofd.”
Het is aan Biden om de spanningen te sussen en te schipperen tussen het doen van toezeggingen aan Moskou, dat zich zorgen maakt om de veiligheid aan de grenzen, en het steunen van de soevereine staat Oekraïne. Russische deskundigen denken ondertussen dat een invasie van Oekraïne niet in het belang is van Rusland. Maar, waarschuwt ook Barbasjin, beide partijen zijn nauwelijks bereid tot compromissen „dus bloedvergieten kan niet worden uitgesloten.”
De Russische analist Ivan Timofejev denkt dat de risico’s voor Rusland groter zijn dan de voordelen. Rusland zal in een diplomatiek isolement komen te zitten, de Russische economie zal een zware klap krijgen en ook de Russische samenleving zal niet unaniem zitten te wachten op een oorlog met Oekraïne. Daarnaast zal Rusland de moeilijke taak op zich moeten nemen om de sterk nationalistische bevolking van Oekraïne te controleren.
„Oorlog is voor geen van beide partijen interessant”, concludeert Timofejev. Toch zijn rationale berekeningen historisch niet altijd de drijfveer geweest voor conflicten. „Het valt te hopen dat dit bij ons niet het geval is.”