Meditatie: Met vreugde de wil van God doen
David heeft veel meegemaakt. Het spande erom in zijn bestaan. Hij zag de dood voor ogen. Maar de Heere was hem niet vergeten, raapte hem op en gaf hem vaste grond onder zijn voeten. David is verwonderd dat de Heere hem zag en redde. Door de grote en rijke daden van de Heere komt er in Davids hart verlangen om de Heere te dienen. Hij hunkert ernaar!
Misschien roept dit verlangen van David wel herkenning op in ons leven. Bijvoorbeeld als we hebben gemerkt dat de Heere een gebed verhoorde en dat Hij ons zegende en er verlangen ontstond om Gods wil te doen. Het kan ook zijn dat we dat verlangen van David helemaal niet herkennen. We zijn dan erg op onszelf gericht en de eer van God speelt niet zo’n grote rol in ons leven. Maar het kan ook een worsteling zijn als we de Heere wel willen dienen, maar het niet lukt. Hoe komt het zover dat we met heel ons hart de wil van God doen?
Het antwoord vinden we in Hebreeën 10, waar Psalm 40 wordt aangehaald. Maar in de Hebreeënbrief is het niet David die de wil van God doet, maar de Heere Jezus Die dat doet. Jezus Christus heeft in de eeuwigheid tegen de Vader gezegd: „Vader, Ik kom en Ik zal Uw wil doen. Ik vind er vreugde in om te doen wat U vraagt.” Doet Jezus dat? Ja, want als Hij in de kribbe ligt, dan doet Hij wat de Vader wil. Als Jezus op aarde zondaren opzoekt, dan volgt Hij de weg en de wil van de Vader. Het is Zijn eten en drinken om de wil van de Vader te doen. Als de Heere Jezus aan het kruis de straf over de zonde draagt, doet Hij ook wat de Vader wil. Ziet u de Heere Jezus, Die helemaal vol is van het eren van de Vader en het doen van de wil van Vader?
En wij? Wat is het moeilijk om helemaal de wil van God te doen. We worden steeds geconfronteerd met ons weglopen, onze vijandschap en onze doodsstaat in Adam. Maar weet u hoe u en jij de wil van God doen? Dat doet u als u als zondaar op de knieën gaat bij het kruis, bij Jezus Christus. Waar wij eerlijk belijden dat we niet willen en niet kunnen, dáár gebeurt het. Op de knieën bij deze Heere voldoe ik aan Gods wil en wens. De Heere wil niets liever dan dat we Zijn Zoon Jezus omarmen en liefhebben.
En weet u wat we dan ook zien? We zien dat Jezus de wil van de Vader doet en dat Hij dat doet voor Zichzelf én namens u en jou die naar Hem vluchten. Hij vervult voor de gelovige de wil van God, die goed is. Omdat Jezus de wil van God met vreugde deed, is het alsof ik die bij Hem kom, ook in alles de wil van God heb gedaan. Dan ziet de Heere God ons aan alsof we er altijd vreugde in hebben gevonden om Zijn wil groot te maken. Hebben we altijd dat verlangen? Hoe dichter bij de Heiland hoe meer Hij ons dat verlangen geeft!
En in de verbondenheid met Jezus Christus gaan we meebidden en verlangen: „Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde” (Matth. 6:10).