Kamerleden kunnen eindelijk naar de bedrijfsarts
De hoge werkdruk aan het Binnenhof baarde al langer zorgen. Het aantal volksvertegenwoordigers dat door een burn-out of andere ziekte tijdelijk hun blauwe zetel in de Tweede Kamer niet kon bezetten, nam de afgelopen jaren toe. Maar ze konden niet terecht bij een bedrijfsarts, maar daarin is nu verandering gekomen.
Voorzitter Vera Bergkamp van de Tweede Kamer ondertekende donderdag een contract met UBR Bedrijfszorg die mogelijk maakt dat de leden van het hoogste democratische orgaan in het vervolg bij een bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijke werker terechtkunnen.
Dat werd mogelijk door aanpassing van de wet die de schadeloosstelling en onkostenvergoedingen van Kamerleden regelt. Bedrijven zijn al lang verplicht samen te werken met een bedrijfsarts als het gaat om bepaalde arbeidsomstandigheden.
Bergkamp maakt zich al langer zorgen over het welzijn van Kamerleden en bewindslieden. Ze kondigde in mei aan hierover met premier Mark Rutte en anderen te willen overleggen. „Kamerleden en bewindslieden zijn natuurlijk niet van suiker, maar de druk is groot. Maar zover dat in mijn invloedssfeer ligt wil ik burn-out zoveel als mogelijk voorkomen en ik ben blij dat deze basale voorziening nu ook voor Kamerleden geregeld is en zij een beroep kunnen doen op goede bedrijfszorg”, liet Bergkamp donderdag weten.
Op dit moment zijn CDA’er Harry van de Molen en D66’er Rens Raemakers uitgeschakeld vanwege gezondheidsklachten. En eerder dit jaar zat Pieter Omtzigt lang thuis met een burn-out. Ook het kabinet heeft hier last van, zelfs zo vaak dat Rutte al heeft gezegd dat een volgend kabinet meer bewindslieden moet tellen.