Servië belooft VN-hof alle medewerking
De Servische premier Vojislav Kostunica heeft het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag dinsdag volledige medewerking toegezegd bij het opsporen van verdachten van oorlogsmisdaden. Kostunica zei dat zijn regering zich bewust is van haar „internationale verplichtingen” en die volledig zal nakomen.
De verklaring duidt op een ommezwaai in Belgrado, dat zich tot dusver weinig aantrok van de druk van de internationale gemeenschap om met het VN-hof samen te werken.
Hoofdaanklager Carla del Ponte noemde Kostunica vorige maand een belangrijk obstakel voor het tribunaal, dat twaalf Servische verdachten op een lijst van gezochte personen heeft staan. Volgens Del Ponte blokkeert Belgrado de arrestatie en de uitlevering van verdachten, onder wie de voormalige Bosnisch-Servische legercommandant Ratko Mladic.
Kostunica waarschuwde eerder dat arrestatie van verdachten die in Servië een heldenstatus hebben, kan leiden tot het uiteenvallen van de republiek. Hij stelde dat in het aangrenzende Bosnië, waar NAVO-troepen zijn gelegerd, eveneens weinig succes is geboekt bij het arresteren van verdachten van oorlogsmisdaden.
Ratko Mladic, een van de hoofdverdachten van de massamoord op moslimmannen en -jongens uit Srebrenica, stond nog jaren na te zijn aangeklaagd voor het Joegoslavië-tribunaal op de loonlijst van het Bosnisch-Servische leger. Dat heeft de hoogste VN-bestuurder in Bosnië, Paddy Ashdown, dinsdag bekendgemaakt na bestudering van de archieven van de Bosnisch-Servische strijdkrachten. Mladic is volgens Ashdown pas in 2002 ontslagen uit het Bosnisch-Servische leger en stond tot 2001 ook nog ingeschreven als lid van de Joegoslavische strijdkrachten.
Het doorbetalen van Mladic, met Radovan Karadzic de belangrijkste nog voortvluchtige verdachte van het VN-tribunaal, is volgens Ashdown een grove schending van de vredesakkoorden van Dayton, waarmee in 1995 een einde kwam aan de oorlog in Bosnië. De aanklagers van het Joegoslavië-tribunaal vragen al jaren om de aanhouding en uitlevering van Mladic en Karadzic, die zich mogelijk beiden ophouden in de Republika Srpska, het Servische deel van Bosnië.
Ashdown zegt dat de Bosnisch-Servische autoriteiten „met het verleden moeten breken” om een toekomst van hun land als onderdeel van Europa mogelijk te maken.
De Europese Unie hoopt haar nieuwe vredesmissie in Bosnië binnen drie jaar af te ronden en rekent erop in die periode belangrijke verdachten van oorlogsmisdaden te kunnen arresteren. Pieter Feith, hoofd veiligheids- en defensiebeleid van de EU, heeft dat dinsdag gezegd. De EU neemt deze week het bevel over van de NAVO-vredesmissie SFOR in Bosnië, die voortaan Eufor zal heten.
Feith noemde het hoogst onwaarschijnlijk dat Eufor zich na afloop van de drie jaar uit Bosnië terugtrekt terwijl belangrijke verdachten van oorlogsmisdaden nog op vrije voeten zijn. De Eufor-macht wordt net als SFOR 7000 man sterk. De meeste militairen zullen alleen maar het insigne op hun uniform hoeven te veranderen. De belangrijkste verandering wordt de vervanging van ruim 1000 Amerikaanse militairen.