De Jonge waarschuwt voor massale inzet toegangstesten
Er kleven zeer veel haken en ogen aan het door de ChristenUnie voorgestelde 1G-beleid om op brede schaal toegangstesten in te zetten.
Daarvoor waarschuwt demissionair zorgminister De Jonge de Tweede Kamer. Hij baseert zich op berekeningen van het OMT dat met een rekenmodel een inschatting heeft gemaakt van de consequenties van de verschillende beleidskeuzes. Dat zijn er drie. Bij een 1G-beleid doet iedereen een toegangstest, bij een 2G-beleid mogen dus alleen gevaccineerden en mensen die hersteld zijn van een besmetting naar binnen. Bij een 3G-beleid is de toegang vrij voor gevaccineerden, herstelden én voor iedereen met een negatieve testuitslag.
Ten opzichte van de 3G-pas, waar momenteel al mee wordt gewerkt, is de 2G-pas het effectiefst, aldus het model. Die zou ten opzichte van de 3G-pas het aantal besmettingen namelijk reduceren met 50 procent en het aantal ziekenhuisopnames zelfs met 82 procent. Ten opzichte van 3G dringt de 1G-pas het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames maar met 35 procent terug, aldus het model. Overigens verandert het plaatje wanneer er PCR-testen worden ingezet in plaats van antigeen-sneltesten: dan zou 1G alsnog de effectiefste optie kunnen zijn.
Van belang is ook dat 60 procent van de bevolking bij een 1G-beleid minder vaak de deur zal uitgaan, aldus een flitspeiling onder 1600 Nederlanders van 12 jaar of ouder. Vooral restaurants en de overige horeca zullen dan vaker worden gemeden. Ruim de helft van de ondervraagden, namelijk 56 procent, geeft de voorkeur aan 2G boven 1G.
Cruciaal voor de te maken beleidskeus is ook de testcapaciteit. In de concept-2G-wet is de inzet van de 2G-coronapas afgebakend tot zogenaamde hoogrisico-omgevingen in bepaalde sectoren. Wordt de 2G-pas daar vervangen door 1G en blijft elders 3G van kracht, dan is een capaciteit van ongeveer 7,7 à 8,9 miljoen testen per week vereist. Die testapparatuur is er niet, althans niet voor PCR-testen. Ook de geschatte kosten die daarmee gepaard gaan, zijn extreem: 360 tot 403 miljoen per week. Kiezen voor sneltesten pakt goedkoper uit, namelijk 138 tot 155 miljoen per week, maar het is twijfelachtig –zeker op piekmomenten zoals rond het weekend– of de testcapaciteit in dat scenario kan worden gegarandeerd.
Kortom, zo houdt De Jonge de Tweede Kamer tussen de regels door voor, als een meerderheid per se 1G zou willen, dan is dat alleen uitvoerbaar met antigeentesten. In dat geval blijft 1G ook in hoogrisico-omgevingen effectiever dan 3G, maar voor het voorkomen van het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames zou 2G dan toch de betere optie zijn. Dat is eveneens het geval, zo laat De Jonge doorschemeren, als wordt meegewogen dat het beoogde doel –minder besmettingen en ziekenhuisopnames– dient te worden bereikt met maatregelen die zo min mogelijk belastend zijn. Een testplicht voor mensen die gevaccineerd of genezen zijn, is eigenlijk niet te verkopen als het tonen 2G-pas voor die groep net zo veilig is.
Dan zijn er nog de ondernemers. Die verliezen met 1G mogelijk onnodig veel omzet wat lastig is uit te leggen als de 2G-maatregel ook volstaat.
Afrondend lijkt De Jonge het Kamerdebat over 2G te willen ingaan met het statement dat de 1G-pas hooguit inzetbaar is op een vooraf bepaalde, beperkte schaal. Dat debat kan overigens nog best even op zich laten wachten. Voorlopig gaat in Den Haag alle aandacht uit naar de extra maatregelen die het kabinet vrijdag aankondigt.