Joods hospice in oprichting
In Amsterdam komt een joods hospice, waar joden kunnen sterven. Joods Hospice Immanuel (JHI), dat aan de Amstelveenseweg komt, is het eerste joodse hospice in Europa.
De door de Tweede Wereldoorlog veroorzaakte trauma’s vragen ook aan het einde van iemands leven speciale zorg en aandacht. Joodse families zijn nog steeds klein. Daarom is mantelzorg van directe familieleden vaak niet mogelijk, ook omdat die veelal over de hele wereld verspreid leven. Een andere doelgroep zijn de mensen die hun joodse wortels hebben verdrongen, maar die toch in een joodse omgeving willen sterven.
De initiatiefnemers zijn Sasja Martel en Ruben van Coevorden. Martel is docente judaïca en auteur van het pas verschenen boek ’Sterk als de dood. Sterven en rouw in joods perspectief’. Van Coevorden is huisarts en consulent palliatieve zorg.
De meeste mensen in Nederland sterven thuis. Maar de vraag hoe iemand de laatste dagen, weken of maanden doorbrengt, is vaak afhankelijk van de beschikbare mantelzorg. Het verblijf in een hospice is dan vaak een uitkomst.
Het JHI wil professionele en individuele zorg op maat bieden met als uitgangspunt een joods thuis te zijn voor de terminale mens en zijn of haar naaste. Specifieke aandacht voor de joodse identiteit van de bewoners staat daarbij voorop.
De realisering van de plannen is mede mogelijk gemaakt door participatie van de stichting Ankherplaats in Soesterberg, die bij de oprichting van meer hospices betrokken is geweest. In het comité van aanbeveling zitten onder anderen oud–minister Borst van Volksgezondheid, de rabbijnen Lewis en Ten Brink en bisschop Van Luyn van Rotterdam, namens de rooms–katholieke bisschoppenconferentie verantwoordelijk voor de betrekkingen met het jodendom.