Rivero, een van de bekendste tegenstanders van het regime van Fidel Castro, was vorig voorjaar veroordeeld tot twintig jaar cel. De 59–jarige dissident zou de gevangenis om gezondheidsredenen hebben mogen verlaten. Naast Rivero kwam dinsdag nog een dissident op vrije voeten.

Maandag liet het Cubaanse regime ook al drie vooraanstaande activisten vrij. Onder hen is de prominente oppositieleider Oscar Espinosa Chepe, die sinds 2003 gevangen zat. De vrijgelaten dissidenten behoren tot een groep van 75 critici van het regime die vorig jaar zomer werden gearresteerd en veroordeeld tot tussen de zeven en 28 jaar gevangenisstraf.

Minister Bot van Buitenlandse Zaken noemde namens de Europese Unie de vrijlatingen „zeer bemoedigend", maar nog onvoldoende. „Het is een aardig signaal, maar ze moeten alle 75 vrijlaten", aldus Bot.

De vijf dissidenten zijn vrijgekomen na een onderhoud tussen minister van Buitenlandse Zaken Felipe Perez Roque en de Spaanse ambassadeur in Havana, Carlos Alonso Zaldivar. Hun ontmoeting vorige week donderdag was het eerste officiële contact tussen het Cubaanse regiem en de Europese Unie sinds Brussel in juni 2003 de diplomatieke betrekkingen met Havana bevroor.

Rivero heeft dindag dan ook zijn „eeuwige dankbaarheid" aan de Spaanse regering uitgesproken. In een interview met de Spaanse radiozender Cadena Ser zei hij verder te twijfelen aan het nut van internationale sancties tegen het communistische eiland. De Spaanse diplomatie van de afgelopen maanden noemde hij „intelligent, en veel nuttiger dan harde standpunten", zoals dat van de Verenigde Staten.

Vakcentrale CNV, die ijvert voor de vrijlating van de groep van 75, vindt het „geweldig voor de dissidenten en hun familieleden". Maar het is nog geen reden om feest te vieren, stelt bestuurslid en Cuba–kenner G. Pruim. Hij noemt de vrijlating „een signaaltje".