Maker drillrapvideo’s aangehouden voor opruiing en wapenbezit
Een 21-jarige man uit Purmerend heeft deze week vastgezeten op verdenking van het maken en online verspreiden van opruiende drillrapclips. Ook wordt hij verdacht van wapenbezit. In zijn woning vond de politie dinsdag een ploertendoder en gegevensdragers zijn in beslag genomen. De verdachte is inmiddels vrijgelaten en moet afwachten of de officier van justitie hem zal dagvaarden.
De man was zowel als videoproducer als cameraman betrokken bij de clips die volgens het Openbaar Ministerie geweld verheerlijken en aanzetten tot geweld. „Het OM vindt dat de grens van artistieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting daarmee wordt overschreden”, zegt justitie over de arrestatie. De rechtbank in Amsterdam veroordeelde vorige week al twee drillrappers tot een taakstraf van honderd uur omdat zij met nepvuurwapens in hun drillrapvideo opriepen tot geweld.
Op het YouTube-account van de verdachte uit Purmerend zijn tientallen video’s gepubliceerd. Op de beelden zijn veel messen en (vuur)wapens te zien en personen die bivakmutsen, maskers en andere gezichtsbedekkende kleding dragen. Justitie spreekt van gewelddadige rapteksten die anderen kunnen aanzetten tot geweld en dat is strafbaar. Een voorbeeld van zo’n tekst is: „Ik wil geen punten, ik wil een moord.” In bepaalde video’s verwijzen de rappers naar ernstige steekincidenten die recent in Nederland hebben plaatsgevonden.
In een persbericht benadrukken OM en politie het belang om „niet alle drillrapcllips over een kam te scheren en een duidelijk onderscheid te maken tussen uitingen die wel en uitingen die geen oproep doen tot het plegen van strafbare feiten.”
„Drill is op zichzelf niet strafbaar en artistieke vrijheid is een groot goed. Die vrijheid is echter niet onbeperkt. Het OM en de politie willen drill niet criminaliseren - talent voor muziek moet worden gestimuleerd - maar tegen strafbare feiten moet worden opgetreden.”
Het OM vindt dat ook techbedrijven een verantwoordelijkheid hebben. Bedrijven achter de videoplatformen en sociale media „kunnen vaker dan nu gebeurt besluiten een bepaalde video van hun platform te verwijderen als die niet voldoet aan hun eigen richtlijnen of de grenzen die de wet stelt”.