Vissers bang voor te weinig ruimte op zee
Scheepvaart, de Tweede Maasvlakte, olieplatforms en twintig windmolenparken: het wordt steeds drukker op de Noordzee. Met als gevolg dat de ruimte voor vissers steeds verder afneemt. Als het in dit tempo doorgaat, vissen de vissers straks op een postzegel.
Dat stelt het Productschap Vis in zijn nota ”Ruimte voor de visserij. Vissen op een postzegel” die dinsdagmiddag aan de Tweede Kamer is aangeboden.
De Kamer vergadert binnenkort over de Nota Ruimte van minister Dekker van VROM. Daarin is voor het eerst een „geringe” paragraaf gewijd aan de Noordzee. Een integrale visie daarop ontbreekt echter. Evenmin is er afstemming van de activiteiten die op de Noordzee plaatsvinden, aldus het productschap. „In plaats daarvan is de Noordzee in de grillige handen van verschillende ministeries, verscheidene landen, initiatiefnemers en nog veel meer belanghebbenden.”
Deze versnippering is de „achilleshiel” van de Noordzee, stelt het productschap in zijn nota. Windenergie, landaanwinning, zand- en grindwinning en olieplatforms zijn op zichzelf beschouwd „economisch en geografisch zeer verklaarbaar”, aldus de nota. Maar als je al die activiteiten bij elkaar optelt, blijkt de ruimte voor de visserij daardoor steeds verder af te nemen.
„De Nederlandse visserijsector lijkt het kind van de rekening te worden”, betoogt het productschap. „Er blijft te weinig visgrond over voor de visserij. Als het in dit tempo doorgaat, en alles wijst in die richting, vissen onze vissers straks op een postzegel.”
Dat kan niet, vindt de visserijorganisatie. „Vissers hebben voldoende goede visgronden nodig om te vissen.” Daarom trekt het productschap met zijn nota bij de Tweede Kamer aan de bel. „Onze vruchtbare achtertuin is een drukbezochte partytent, waar oogsten steeds moeilijker wordt.”
Onderzoek tussen 1993 en 1999 heeft uitgewezen dat slechts eenderde deel van de Noordzee wordt bevist. Bovendien concentreert 80 procent van de visserij zich in 30 procent van dit gebied.