Bij de verkiezingen in april verloor de door corruptieschandalen geplaagde regeringscoalitie van de conservatie premier Boiko Borisov haar meerderheid in het parlement. Borisovs GERB-partij bleef de grootste, maar haar rechts-extremistische partners haalden de kiesdrempel van 4 procent niet. De meeste andere partijen weigerden met GERB te regeren, maar slaagden er niet in om samen een regering te vormen. Bij de verkiezingen in juli bleef de uitslag grotendeels hetzelfde.

Volgens de laatste peilingen komt GERB zondag opnieuw als grootste uit de bus, met wederom ruim 20 procent van de stemmen. Een nieuwe partij die is opgericht door twee voormalige ministers uit een van de interim-regeringen die het land sinds mei besturen, eindigt mogelijk als tweede. Met rond de 15 procent van de stemmen komt die partij, ‘We zetten de verandering door’ geheten, net voor de socialistische BSP uit. Als de andere oppositiepartijen opnieuw samenwerking met GERB uitsluiten, bieden deze twee partijen de enige hoop op een meerderheidsregering.

De zittende president Rumen Radev wint naar verwachting de presidentsverkiezingen, al haalt hij waarschijnlijk geen absolute meerderheid. In dat geval is op 21 november een tweede ronde nodig.

Bulgarije is een van de armste landen van de Europese Unie. Om te kunnen profiteren van de miljarden die de EU beschikbaar heeft voor het economisch herstel na de coronacrisis heeft het land een stabiele regering nodig. Bovendien wil Sofia in 2024 de euro invoeren.