Geestelijke strijd
Efeze 6:11
„Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.”
Wat zal de duivel beginnen, als hij zo’n ledige ziel vindt, die hem noch ten aanzien van zonde noch ten aanzien van heiligheid te woord wil staan. Daar moet hij al zijn kunst laten varen, zowel het opblazen van de zonde als ook het schenden van goede werken. Hij wordt naar de rechterhand van God verwezen. Die moet hij wel met rust laten.
Maar wanneer u dit lied ontrouw wordt en hij u aangrijpt in uw zonden of goede werken. Wanneer u hem laat disputeren en hem uw aandacht schenkt en naar hem luistert, dan zal hij u geheel naar zijn wens zo bewerken, dat u God met Zijn rechterhand (direct) al vergeet en verliest.
Maar het is, zoals wij gezien hebben, een kunst, zichzelf te verloochenen. Dat moeten wij leren zolang wij leven, evenals alle heiligen die vóór ons geweest zijn, met ons zijn en na ons zullen komen. Daarom zullen wij, zolang als wij nog de zonde in ons weten, ook de dood in ons moeten voelen. En zoals wij moeten strijden om van onze zonden verlost te worden en de rechterhand van God, die ons Zijn Woord verkondigt, vast te houden, zo moeten wij ook met de dood en de vorst van de dood of zijn drost, de duivel, vechten, tot wij ons geheel aan hen hebben ontworsteld.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Psalm 118 verklaard”, 1530)