Uitspraak in hoger beroep over Amsterdamse vrouwenmoorden
Het gerechtshof in Amsterdam doet woensdagochtend uitspraak in het hoger beroep van de 48-jarige Amsterdammer Sjonny W. Het Openbaar Ministerie houdt hem verantwoordelijk voor de gewelddadige dood van Monique Roossien (26) en van Mirela Mos (30). Ook heeft hij volgens het OM de hand gehad in de verdwijning en dood van de sinds 2017 vermiste Sabrina Oosterbeek (30). Het OM heeft bijna twintig jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging geëist tegen W., die de beschuldigingen ontkent.
Het stoffelijk overschot van Roossien werd in april 2003 gevonden aan de Uitdammerdijk aan het IJmeer, boven Amsterdam. Het in stukken gehakte lichaam van Mos werd in november 2004 verdeeld over zestien vuilniszakken in Amsterdam-Zuidoost aangetroffen. Oosterbeek verdween in 2017 van de aardbodem na een nachtelijk bezoek aan W.
Volgens de aanklaagsters is W. de enige link tussen de drie zaken en de laatste die de drie vrouwen in leven zag. De rechtbank veroordeelde W. twee jaar geleden alleen voor de dood van Mos en legde hem daarvoor bijna 14,5 jaar cel en tbs met dwangverpleging op. In de beide andere zaken werd hij vrijgesproken.
In de onderzoeken naar de dood van Mos en Roossien zijn DNA-sporen van W. aangetroffen, stelt het OM. Ook is DNA-materiaal gevonden dat de zaken onderling verbindt. Zo zat DNA van Roossien op vuilniszakken waarin het lichaam van Mos was verpakt. De advocaten van W. hebben gepleit voor volledige vrijspraak. Ze vinden dat politie en justitie er van meet af aan te veel van zijn uitgegaan dat W. de dader is. Het OM zou te weinig oog hebben gehad voor andere mogelijke sporen en daders.