Mens & samenleving

Woningnood? Ga op kamers in een kostgezin

Lastig om woonruimte te vinden? Dan kun je ook bij mensen in huis gaan wonen. Door de toenemende woningnood is het kostgezin populairder dan ooit. Twee verhuurders vertellen samen met de kostgangers over hun ervaringen.

8 November 2021 20:21
V.l.n.r.: Bart, Els en Martijn van Dijk met op de voorgrond kostganger Neeltje Meulmeester en hond Rivka. beeld Cees van der Wal​
V.l.n.r.: Bart, Els en Martijn van Dijk met op de voorgrond kostganger Neeltje Meulmeester en hond Rivka. beeld Cees van der Wal​

Het is maar goed dat Neeltje mosselen lust, want anders had ze misschien niet in de kost gezeten in huize Van Dijk, grapt Martijn van Dijk. Neeltje, lachend: „Toen ik hier kwam kennismaken, ging een van de eerste vragen over mosselen.”

Martijn van Dijk: „Mijn vrouw en mijn zoon lusten geen vis en andere zeedieren. Dus at ik dat nooit, want dan kwamen er gelijk opmerkingen over de stank. Het is fijn om nu een medestander te hebben.”

Neeltje Meulmeester (21) woont sinds augustus als kostganger bij Martijn (46) en Els (46) van Dijk en hun zoon Bart (20) uit Werkendam. Ze werkt als verpleegkundige in het Amphia Ziekenhuis in Breda. De woon-werk-afstand vanuit woonplaats Arnemuiden bleek lastig te overbruggen, dus zocht ze woonruimte in de omgeving van Breda. Een eigen huisje was geen optie. „Veel te duur en onvindbaar voor een starter. Ik kom ook uit een groot gezin, dus alleen wonen leek me te eenzaam.” Een oproepje in een kerkblad bood uitkomst. „Ik kreeg drie reacties, waaronder die van Martijn en Els. Tijdens het kennismakingsgesprek hadden we gelijk een klik, dus de keuze was makkelijk.”

Die klik is belangrijk, benadrukken Martijn en Els van Dijk. „Er komt toch een vreemd iemand in je huis”, zegt Martijn. „Dus je moet wel goed met elkaar overweg kunnen. Maar als iemand er zelf voor kiest om in een kostgezin te gaan wonen, dan komt het meestal wel goed.”

Regels

De familie Van Dijk heeft hun huis al vaker opengesteld. Zo waren ze ooit gastgezin en hebben ze in het verleden pleegkinderen gehad. En al een keer eerder een kostganger. Els: „We vinden het sowieso leuk om jongelui over de vloer te hebben. En het huis is groot zat, we hebben de ruimte. Voor Bart geeft het ook wat meer gezelligheid als er iemand in huis is.”

Huize Van Dijk is een voormalige pastorie, met vijf slaapkamers en een aanbouw met het kantoor van Martijn, die zelfstandig ondernemer is. Zoon Bart heeft een eigen verdieping met een studeerkamer en een slaapkamer. Kostganger Neeltje heeft ook haar eigen kamer.

Regels zijn er weinig. Els: „Wij zijn niet zo moeilijk.” De afspraak is dat Neeltje haar eigen kamer schoonhoudt. Ze heeft onregelmatige diensten, maar als ze thuis is, eet ze mee met het gezin. „Gezellig”, vindt Neeltje. „En als er een vriendin langskomt, eet die ook gewoon mee. Dat vraag ik wel altijd netjes van tevoren.”

Martijn: „We hebben nog een extra zitkamer, dus als ze dat wil, kan Neeltje daar met bezoek zitten.”

Els: „Ik vind het prettig dat ze gewoon doet of ze thuis is. Dat geeft een fijne sfeer in huis: niet zo opgeprikt, maar relaxed. En als er iets speelt, kunnen we dat heel makkelijk tegen elkaar zeggen.”

Neeltje ziet alleen maar voordelen aan het leven als kostganger. Lachend: „Als ik nu op mezelf woonde, dan zou ik mijn eigen was moeten doen. En ik leer op deze manier mensen kennen in de omgeving. Bart vraagt me regelmatig mee met zijn vriendengroep en ik kan ook goed opschieten met Barts vriendin.”

Ook Martijn en Els zijn blij met hun rol als kostgezin. Het geeft gezelligheid in huis, zo vindt Martijn. „Bart studeert en is veel weg. Die stilte vind ik maar niks.”

Els noemt de aanwezigheid van Neeltje een verrijking van haar leven. „We hebben zelf nooit een dochter gekregen en ik geniet van haar aanwezigheid. Bovendien werken we allebei in de zorg, dus we hebben veel gemeen.”

Nadelen zijn er weinig, zo vinden ze alle drie. Ja, je levert een stukje privacy in. Maar daar krijg je veel voor terug. „En er zijn genoeg momenten waarop Neeltje naar huis is en dan zijn we alsnog met z’n tweeën of drieën”, zegt Martijn.

Thuisgevoel

Naast een goede klik met de kostganger is het vooral belangrijk om dezelfde verwachtingen te hebben, zeggen Els en Martijn. „Stel dat je vooral iemand in huis wilt om aanspraak te hebben en de kostganger zit daar niet op te wachten, dan wordt het lastig. Je moet van tevoren goed helder hebben wat de wensen zijn.”

Ze adviseren ook om na twee of drie maanden een evaluatiemoment in te lassen. Dat maakt het makkelijker om er een punt achter te zetten, mocht het toch niet werken.

Voor Neeltje staat of valt het succes met de klik. „Als je ook in de kost wilt, zou ik altijd van tevoren langsgaan bij het kostgezin. Je weet vaak instinctief al of je je ergens thuis gaat voelen.”

Zoon Bart, inmiddels ook even aangeschoven bij het gesprek, zegt dat het belangrijk is om gelijk open te staan voor contact. „Neeltje ging meteen mee met mijn vriendengroep. Dat moet je wel durven.”

Els: „Ik vond het heerlijk om te zien hoe natuurlijk ze zich aansloot. Het lijkt wel of ze hier al veel langer is dan een paar maanden, alsof we haar al veel langer kennen.”

„Als je in de avond weg moet, is er altijd oppas in huis”

17652784.JPG
V.l.n.r: Rianne Averesch, oud-kostganger Ellen den Oudste, Annelyn Averesch, Henk Averesch en hond Shilah. beeld RD, Anton Dommerholt

In huize Averesch in Apeldoorn kunnen ze een boek schrijven over alle kostgangers die al bij de familie hebben gewoond. „Voor elke kostganger één hoofdstuk”, grapt Henk Averesch (48), docent aan Hogeschool Viaa in Zwolle. Samen met zijn vrouw Rianne (46) en kinderen Gerjan (21) en Annelyn (11) heeft hij in de loop der jaren onderdak geboden aan heel wat studenten, starters op de arbeidsmarkt en anderen die tijdelijk opvang nodig hadden. Met veel kostgangers heeft de familie nog contact; zo staan er binnenkort weer twee bruiloften op het programma. „Soms is het net één grote familie”, zegt Rianne.

Toen het gezin in Apeldoorn kwam wonen, stelde het meteen hun huis open voor een kostganger. Rianne: „Ik heb zelf in de kost gezeten, dus ik weet hoe fijn het is. Bovendien was dit huis veel te groot voor ons. We hadden slaapkamers over en de hele zolder was leeg.”

Sinds die tijd heeft er welgeteld drie maanden niemand op zolder gewoond. „Toen hebben we de boel wat opgeknapt.” Vandaag de dag woont Anne bij de familie Averesch, voor de derde keer zelfs. „Ik heb hier eerder gewoond in de periode voor en na een verblijf in het buitenland.” Omdat het op dit moment wat minder met haar gaat, vindt ze het fijn om in de kost te zitten. „Ik heb een tijd op mezelf gewoond, maar nu ik een lastige periode doormaak, woon ik liever bij mensen in huis. Heel fijn dat ik hier weer terecht kon, ik had het de andere keren ook erg naar mijn zin.”

Ook oud-kostganger Ellen den Oudsten (36), speciaal voor het interview aangeschoven, is vol lof over haar oude kostgezin. Ze heeft in 2009 en 2010 ruim een jaar in Apeldoorn gewoond. „Destijds was de huizenmarkt ook al een ramp. Kopen of huren bleek lastig, in de kost gaan lukte wel.” Alleen die hond van de familie Averesch, die bleek even een struikelblok. „Ik ben bang voor honden, maar ze hebben me hier gelukkig goed begeleid. Aan het eind nam ik de hond zelfs mee om te gaan wandelen.

Contract

Elke nieuwe kostganger in huize Averesch schuift eerst aan bij een maaltijd. „Op die manier leer je elkaar informeel kennen”, zegt Henk. „Daar voelen we ons prettig bij. Je zit niet zo stijf op een bankje naar elkaar te koekeloeren.” Op basis van het etentje beslissen de familie én de kostganger of de klik er is. Daarna worden er een paar gezamenlijke afspraken gemaakt. Henk pakt zijn laptop erbij. „We hebben een soort contract gemaakt, daar staan wat basisregels in.”

„Geen grote dingen hoor”, voegt Rianne toe. „Zo vinden we het prettig als een kostganger in het weekend naar huis gaat. Lukt dat niet, ook prima, maar dan wel graag even overleggen. Verder eten ze in principe met ons mee en maak ik de kamer schoon.” Als een kostganger liever zelf de kamer schoonhoudt, kan dat ook. „Veel meiden kiezen voor die optie, de jongens vinden het over het algemeen prettig als ik het doe.”

Zowel Anne als Ellen noemt de gastvrijheid én de privacy als pluspunt van het kostgezin. Anne: „Ik vind het fijn om mee te draaien in het gezin, het voelt prettig om zo welkom te zijn. Tegelijkertijd kan ik me terugtrekken op zolder als ik daar behoefte aan heb. Dat is allemaal prima.”

Ellen voegt eraan toe: „Klopt, door die zolderkamer had je echt je eigen plek. En Gerjan klopte bijvoorbeeld altijd netjes aan als hij mij iets wilde vragen.” Henk: „Dat moest hij ook.”

Het gezin Averesch vindt het heel waardevol om mensen in huis te hebben. Rianne: „Ons hele leven hebben we kostgangers gehad die goed voor ons waren en andersom, met alle gebrek. Als je gelooft dat je leven wordt geleid, dan geloof ik ook dat een kostganger met een reden bij jou in huis komt. Hoe moeilijk of makkelijk ook, God liet altijd merken dat Hij er was. Christen zijn hoef je niet alleen te doen. De warmte en gezelligheid die ik in mijn eigen kostgezinnen heb ervaren, wil ik graag doorgeven aan anderen.”

Ook de kinderen zijn positief over de gasten in huis. „Ik vind het leuk als ze op me passen en als we samen leuke dingen doen”, zegt Annelyn. Gerjan voegt eraan toe: „Van vrienden hoor ik weleens dat ze er niet aan moeten denken om mensen in huis te hebben, maar zelf vind ik het prima. Ik ben het gewend. Al is het wel de vraag of ik het later zelf zou doen.”

Chinees

Nadelen zijn er ook, daar is de familie eerlijk over. Zo kan het vervelend zijn als er ruzie is in huis of spanning rond opvoedingszaken. „Dat heb je overal wel eens”, zegt Rianne. „Maar het is een keer gebeurd dat een kostganger zich ging bemoeien met die ruzie of onze kinderen ging terechtwijzen. Dat is een situatie die we héél snel bespreekbaar maken. Ik snap dat je soms je mond niet kunt houden, maar het is niet de taak van de kostganger om onze kinderen op te voeden.”

Verder lever je wat aan privacy in, al valt daar volgens Henk gemakkelijk omheen te werken. Zo houden hij en zijn vrouw standaard de donderdagavond vrij om met z’n tweeën door te brengen. „En als we een keer visite hebben of gewoon even met het gezin willen zijn, dan geven we dat altijd aan. Dat is voor de kostganger nooit een probleem.”

Er zijn vooral veel voordelen, zo vindt het echtpaar. „Weet je wat handig is? Als je ’s avonds weg moet, is er altijd een oppas in huis.”

Alleen dat afscheid iedere keer, dat kan vervelend zijn. Gelukkig is er in huize Averesch altijd een officieel afscheidsmoment. Opnieuw met een maaltijd, vaak Chinees. Henk: „Dan zitten de gaande en de komende kostganger bij ons aan tafel. Heel prettig om het op die manier af te kunnen sluiten.”

Anne is niet de echte naam van de kostganger. Haar naam is bij de redactie bekend.

Meer over
Woningnood

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer