Dreiging aanslag op station reden voor onderzoek moskeeën Ede
Een melding dat er mogelijk een aanslag zou worden gepleegd op station Ede-Wageningen was in 2016 een van de aanleidingen voor een onderzoek in de moskeeën in Ede.
Burgemeester René Verhulst heeft donderdagavond in een interpellatiedebat van de Edese gemeenteraad excuses uitgesproken voor het onderzoek dat het bureau NTA vijf jaar geleden heeft gedaan naar de islamitische gemeenschap in Ede.„Zo doen we het nooit meer. We laten ons niet meer in de rol van opsporingsinstantie of recherchebureau dwingen, want dat zijn we als gemeente niet.”
De gemeenteraad sprak over een publicatie in NRC over geheime onderzoeken in moskeeën in Nederland. Daarin werd Ede met naam en toenaam genoemd. NTA rapporteerde over de moskee Al Mouahidin onder meer uit welke regionale stam in Marokko de zes bestuurders kwamen. Ze waren volgens de onderzoekers eerstegeneratiemigranten met „een sterke ego-behoefte”. Hun lage opleiding veroorzaakte „een gebrek aan politieke sensitiviteit”. Daardoor konden salafisten tot het bestuur doordringen en „zich verder innestelen door zich onmisbaar te maken”, aldus NTA in zijn rapport.
Privacy
Verhulst zei het te betreuren dat de onderzoeksopdracht vooraf niet juridisch is getoetst en dat de toen geldende wet- en regelgeving voor bijzondere persoonsgegevens als religie niet ten volle is nageleefd. „Het is twijfelachtig dat mensen zomaar het etiket salafistisch kregen opgeplakt. Ik begrijp dat leden van de islamitische gemeenschap daardoor zijn gekwetst.” Volgens de burgemeester ontkent NTA dat onderzoekers undercover deelnamen aan activiteiten binnen de moskeeën.
Het onderzoek moet wel „in de tijd worden gezien”, aldus Verhulst. „Het landelijk dreigingsniveau lag in 2016 hoog. Ook jongeren uit Ede reisden af naar Syrië om zich daar aan te sluiten bij IS. De politie nam de dreiging van een aanslag op station Ede-Wageningen bijzonder serieus. Ze besloot tot een onderzoek dat zelden wordt opgetuigd. Gemeenten werden destijds ook door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aangemoedigd om het lokale jihadisme in kaart te brengen.”
Verhulst heeft met zijn voorganger, Cees van der Knaap, de opdrachtgever in 2016, over het onderzoek gesproken. „Hij zei mij dat hij zijn twijfels had. Hij vond het wel ver gaan, maar meer gemeenten deden het op die manier. We wisten toen ook veel minder wat er leefde in de plaatselijke islamitische gemeenschap dan nu.”
Kopje thee
In gesprekken met de moskeebesturen zet Verhulst in op herstel van vertrouwen. „Dat is niet meteen terug met een kopje thee drinken en een uurtje praten. We beginnen helemaal bij nul. Bestuurders zeggen me: Had ons geïnformeerd, dan hadden we jullie geholpen, want jullie zorgen waren toen ook onze zorgen. Waren we naar de moskeebesturen gestapt, dan was misschien dat hele onderzoek niet eens nodig geweest.”