Mexicaanse president verwijt COP26-deelnemers hypocrisie
De Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador verwijt deelnemers van de COP26-klimaattop „hypocrisie”. Zij zijn er niet in geslaagd de oorzaken van de klimaatcrisis aan te pakken en gebruiken privévliegtuigen, aldus de linkse politicus.
Delegaties van bijna tweehonderd landen zijn voor de top afgereisd naar Glasgow. Afgelopen week waren daar meer dan honderd regeringsleiders en staatshoofden, maar López Obrador was daar niet een van. Hij heeft sinds zijn aantreden in 2018 slechts een handvol buitenlandse reizen gemaakt. De president vindt het kwalijk dat machtige landen „hun brandstofproductie verhogen terwijl ze toppen houden voor de bescherming van het milieu” en dan ook nog eens met privéjets reizen.
López Obrador spreekt van hypocrisie en vindt dat er actie moet worden ondernomen tegen de „enorme monsterlijke ongelijkheid in de wereld”. Hij zal dat naar eigen zeggen aankaarten bij de Verenigde Naties. De president reist volgende week naar New York, waar Mexico het voorzitterschap van de VN-Veiligheidsraad overneemt.
Volgens López Obrador moeten landen niet alleen praten als ze het milieu willen beschermen, maar overgaan tot actie. Hij wijst onder meer op het besluit van Mexico, de op een na grootste uitstoter van broeikasgassen in Latijns-Amerika, om jaarlijks omgerekend 1,1 miljard euro euro uit te geven aan herbebossing. Het plan moet ook 15.000 banen opleveren. De president ziet het programma als een van de „belangrijkste herbebossingsprojecten ter wereld”.
Mexico heeft zich aangesloten bij twee afspraken die op de klimaattop zijn gemaakt. Die gaan over het verminderen van methaanuitstoot met 30 procent in 2030 ten opzichte van tien jaar eerder en het beëindigen van ontbossing en bodemdegradatie tegen 2030.