Van Vonno verwacht dat ook andere bouwbedrijven hiertoe bereid zijn. „Het zou mij niet verbazen als veel van mijn collega’s er net zo over denken", zei hij.

De bouwbedrijven willen hiermee onderstrepen dat zij er echt naar streven om schoon schip te maken en zo snel mogelijk een punt willen zetten achter de bouwfraudeaffaire, aldus Van Vonno.

De BAM–topman wil zich niet uitlaten over bedragen. „Dan ben ik het al kwijt, voordat ik op kantoor ben", zei hij. De handreiking is ook geen uitnodiging aan opdrachtgevers om forse claims in te dienen, want „dan gaat het gewoon niet door." In dat geval zal de zaak worden uitgevochten voor de rechter of de Raad van Arbitrage, aldus Van Vonno.

Van Vonno benadrukte dat uit de bereidheid om financiële compensatie te geven, niet de conclusie mag worden getrokken dat de bouwbedrijven schuld bekennen. Volgens hem vinden de meeste bouwers dat er geen sprake is van schade.

„En wij zullen geen schade op ons nemen die er niet is. Een schikking is dan ook niet aan de orde. Maar soms is het verstandig om iets van een handreiking te doen. Ook wij willen van de bouwfraude af en een punt achter het verleden zetten", zo herhaalde de BAM–topman zijn uitspraken tegenover het Financieele Dagblad maandag.

Met name van overheidszijde wordt aangedrongen op financiële compensatie voor de geleden schade als gevolg van de kartelafspraken. Zo hebben gemeenten de Stichting Regres Bouwnijverheid opgericht, die als doel heeft de schade van de bouwfraude te verhalen op de betrokken bouwbedrijven.

De branchevereniging van de bouwsector, het AVBB, neemt nog geen standpunt in over de handreiking van BAM. „Het is kennelijk de insteek die BAM heeft gekozen, maar het hangt ook van andere partijen af", aldus een woordvoerder van de bouwkoepel. AVBB–voorzitter L. Brinkman is al een tijdje in gesprek met verschillende overheidsinstanties om de schadeclaims af te handelen. „Daar zijn nog geen conclusies uitgetrokken, maar wij hopen dat dat op redelijk korte termijn zal gebeuren."