Nieuwe GBS-Bijbel gepresenteerd
AMERSFOORT - Tijdens een speciale bijeenkomst van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) is zaterdag de nieuwe GBS-Bijbel met kanttekeningen gepresenteerd. Ds. P. Blok, voorzitter van de stichting, bood in het Van Lodensteincollege te Amersfoort de eerste Bijbels aan aan vertegenwoordigers van vijf kerken.
Dit waren achtereenvolgens dr. W. J. op ’t Hof (Hersteld Hervormde Kerk), ds. M. C. Tanis (Christelijke Gereformeerde Kerken), ds. J. J. van Eckeveld (Gereformeerde Gemeenten), ds. A. van Voorden (Gereformeerde Gemeenten in Nederland) en ds. A. Kort (Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland). De plechtigheid werd bijgewoond door ongeveer 300 mensen, onder wie veel GBS-vrijwilligers uit het hele land.De huisbijbel op A4-formaat telt 1700 bladzijden en 59.000 gecontroleerde kanttekeningen. Er is vijftien jaar aan het nakijken gewerkt. Dit gebeurde aan de hand van de Statenbijbel van 1657, de zogenaamde Corrigeerbijbel. Voormalig directeur L. M. P. Scholten heeft hieraan een grote bijdrage geleverd. Een redactiecommissie, bestaande uit predikanten en medewerkers van de GBS, vergaderde ongeveer 150 keer om de tekst te controleren.
„Zou het bestuur de Bijbel ook aan de overheid willen aanbieden?” vroeg dr. Op ’t Hof in zijn dankwoord. „Dat is in de lijn van de geschiedenis. Vroeger werd de Statenbijbel ook aan de overheid overhandigd.” Ook voor buitenstaanders acht hij de Bijbel van betekenis. „Laten we de wereld niet te gauw afschrijven.” De predikant pleitte ervoor dat ouderlingen tijdens de huisbezoeken aandringen op het lezen uit deze Bijbel, die goed gebruikt kan worden voor studie.
J. Roza, penningmeester van de GBS, kon meedelen dat de Bijbel wordt aangeboden aan de leden van de Eerste en Tweede Kamer en aan het kabinet. Ook aan prins Willem Alexander is gevraagd de Bijbel in ontvangst te nemen. Er zal een exemplaar worden aangeboden aan zijn particuliere secretaris.
„Het moet als een ernstige achteruitgang worden beschouwd dat in de negentiende eeuw de gewoonte algemeen werd om de Statenvertaling uit te geven zonder kanttekeningen”, zei L. M. P. Scholten in zijn toespraak. „De kanttekeningen maken een integraal onderdeel uit van de Statenvertaling. De klacht dat de Statenvertaling zo moeilijk te begrijpen is, is sterk in de hand gewerkt doordat brede lagen van het kerkvolk vervreemd raakten van de kanttekeningen. Het was de opdracht van de Synode van Dordrecht aan de vertalers om de lezers een zo letterlijk mogelijke vertaling te geven en hen daarnaast een uitleg te bieden in de kanttekeningen.”
De oud-directeur van de GBS vindt het onjuist om in een vertaling te willen uitleggen wat bedoeld wordt. Als voorbeeld noemde hij de bede uit het volmaakte gebed: „Geef ons heden ons dagelijks brood.” Het woord ”dagelijks” wordt in de kanttekeningen als volgt uitgelegd: „Dat is genoegzaam en nodig tot onderhoud van ons leven voor dezen dag, of het ons bescheiden deel, Spr. 30:8.” In de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) staat: „Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.” Scholten: „Hetzelfde woord ”nodig” als in de kanttekening. Echter, door deze omschrijvende uitleg in de vertaling zelf te verwerken, nota bene in een gebed -dus de bidder gaat het aan de Heere uitleggen!- ontstaat er een effect dat totaal niet past. Wie bepaalt daar wat voor ons nodig is?”
De kenner van de kanttekeningen zette uiteen dat het nodig was om alles grondig na te kijken, omdat het aantal slordigheden, zet-, overschrijf- en interpretatiefouten onaanvaardbaar groot was. „De bedoeling was niet het werk van de Statenvertalers maar enigszins te corrigeren, maar alleen het toegankelijk te maken voor de lezers van nu. We gebruiken voor dit werk het liefst de term restauratie.”
Scholten maakte duidelijk dat woorden als ”palleren” en ”pagadoor” vervangen zijn door een synoniem, maar dat er geen wijzigingen zijn aangebracht in de weergave van maten en geld. „De kanttekeningen blijven een zeventiende-eeuws werk, dat we niet willen transformeren naar een product van de 21e eeuw.”
Het onderzoek heeft volgens hem ook geleid tot (kleine) wijzigingen in de bijbeltekst, vooral waar het hoofdlettergebruik en leestekens betreft. „Het lijkt misschien in veler ogen onbelangrijk, maar dat is het niet. Heeft Christus Zelf niet gesproken over het belang van de tittel en de jota?”
In zijn openingswoord sprak bestuursvoorzitter ds. P. Blok over het blijvende belang van de Statenvertaling. Hij zei dat de vertalers wetenschappelijke bekwaamheid hadden, het vertrouwen van de kerken bezaten en een getuigenis van godzaligheid hadden.
Naar aanleiding van Psalm 63:8 meende hij over het restauratieproject te kunnen zeggen: „Gij zijt ons een hulp geweest.”