Geertje van Wijngaarden is boerin en muziekdocente
„Vroeger wilde ik nooit met een boer trouwen, want je bent altijd gebonden aan het bedrijf. Maar toen ik Nico tegenkwam, vond ik hem zo leuk dat het er toch van gekomen is. Sinds ons huwelijk werk ik mee op de boerderij. Ik pak van alles aan: van kalfjes voeren en koeien melken tot het inkuilen van gras. Ook doe ik de administratie.
We hebben met 55 koeien een relatief klein bedrijf. Bijna al het werk doen we samen. Sommige dingen vond ik in het begin best lastig. Een zieke koe een injectie geven bijvoorbeeld. Maar als ik zie dat een dier niet lekker is, kan ik niet wachten tot Nico uit het land komt. Daarom heb ik ook leren opvoelen (ligging van een kalf in de baarmoeder controleren, TR). De geboorte van een kalf vind ik een van de mooiste dingen om mee te maken. Daar blijf ik voor thuis van een verjaardag.
Minder leuke dingen zijn er ook. Deze week hielp ik de dierenarts bij het opereren van een koe met een lebmaagverdraaiing. Je ziet zo’n dier lijden. Maar als het goed gaat en ze begint weer te eten, dan ben ik heel dankbaar.
Op dinsdag sta ik voor de klas, mijn oude beroep. Ik geef muziekles aan alle groepen van de Johannes Calvijnschool in Gouda. Op vrijdagmiddag dirigeer ik kinderkoor De Lenteklokjes in Kamerik.
Muziek is mijn passie. Al jong zong ik in het schoolkoor. Later was ik lid van een oratoriumvereniging en zong ik als soliste bij verschillende koren. Het zit denk ik in de genen, want mijn moeder mocht ook graag zingen. Ik speel blokfluit en gitaar. En sinds zes jaar volg ik pianolessen.
Wat me trekt in de muziek is de schoonheid. Die probeer ik voor de kinderen te ontvouwen. Muziek is medicijn voor de ziel. Je kunt er je emoties in kwijt. En het vraagt samenspel: hetzelfde ritme, hetzelfde tempo.
Ik wil graag dat kinderen ontdekken dat muziek zoveel kanten heeft en mensen samenbindt. Vul ze met mooie muziek, anders gaan ze troep opzoeken. In groep 8 geef ik een paar lessen over popmuziek. Dan praat ik met ze door over de vraag of je God daarmee kunt dienen. Toen ik zelf tiener was, heb ik de popzenders bewust gemeden. Ik was bang dat ik de muziek mooi zou gaan vinden en de foute teksten maar voor lief zou nemen.”
Bij de koe of in de klas?
„Poeh, dat is een hele moeilijke. Ik denk dat werken in de natuur het meest inspirerend voor me is. Droogte en regen, gezondheid en ziekte van de dieren zorgen ervoor dat ik met beide benen op de grond blijf staan. Ik leer voor kleine dingen dankbaar en bij tegenslag geduldig te zijn en dat een leven dichtbij God noodzakelijk is. Dat zou ik iedereen toewensen.
In de klas ga ik met mensen om en dat vind ik ook heel leuk. Ik geef sinds mijn 21e les. Eerst stond ik fulltime voor de groep, sinds we kinderen hebben parttime. In 2019 wilde ik nog korter werken. Toen zijn we overeengekomen dat ik één dag in de week aan alle klassen muziekles geef. Dat ontlast de andere docenten. Die ene dag vind ik prima. Op de voorbereiding moet ik broeden. Daarvoor is het heel goed dat ik op de boerderij rondhuppel. In de stal heb ik rust aan mijn hoofd.”
Stad of platteland?
„Platteland natuurlijk, daar aarzel ik geen moment over. Ik ben blij met de rust, de natuur, de stilte, het groen en de gezonde lucht.
Ja, ook de gezonde lucht. Ik weet van de ophef over stikstof, maar laten we dan eerst eens stoppen met dingen die echt vervuilend zijn en waar we best buiten kunnen. Verre vakanties bijvoorbeeld, of met de auto boodschappen doen, nagels lakken, haren verven en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Gras en koeien zijn heel nuttig. Veel mensen vergeten bijvoorbeeld dat gras zuurstof produceert. De koeien eten het gras op en maken er melk en vlees van. Daarbij staan er ook nog eens allerlei restproducten uit de voedingsindustrie op het menu, zoals bierbostel.
Op vakantie gaan we nooit. Wat een ander elders zoekt, hebben wij thuis: buitenlucht en veel ruimte. ”
Baas of werknemer?
„Dan kies ik voor ondernemen op ons eigen bedrijf. Ik vind het heel prettig om zelf te kunnen kiezen hoe ik mijn werk inricht. Dat doe ik op de boerderij en eigenlijk ook in de klas. Er is wel een methode voor muziek, maar ik maak liever zelf mijn lessen. Ik ben slecht in het volgen van vaste patronen. Ik houd van creativiteit en ben ook wel een beetje eigenwijs. Mijn man heeft hetzelfde: die sleutelt liever zelf aan een kapotte machine dan een monteur in te schakelen. We hebben een vennootschap onder firma. Ik doe de administratie. Ik heb niks met getallen, maar als het om geld gaat, ben ik wakker. Veel dingen waarvoor de boekhouder een rekening stuurt, kun je best zelf doen.
Aan de andere kant is enige zekerheid ook belangrijk. Als het niet goed zou gaan op de boerderij, kan ik op het lesgeven terugvallen.”