Column (Mariska Dijkstra): Boze bubbel
Ik zie de laatste tijd steeds meer boze mensen. Vooral in de media: ze staan met borden op het Malieveld of geven hun ongezouten mening in een talkshow of tijdens een straatinterview. En dan heb ik het nog niet eens over Twitter, waar iedereen zijn eigen boze bubbel lijkt te hebben.
Het blijkt dat je om heel veel verschillende redenen boos kunt zijn. Om het klimaat, waarvoor te veel of juist te weinig wordt gedaan, om coronamaatregelen die te ver of niet ver genoeg gaan, om de buurman die zijn nieuwe schutting iets te dicht bij de erfgrens heeft geplaatst.
Ik kijk met enige verbazing naar al die boosheid. Want ikzelf word gewoon niet zo snel boos. Denk ik. Ja, op de kinderen als ze weer eens met hun modderschoenen naar boven zijn gelopen. Of op mijn man, als hij een zwart T-shirt bij de witte was stopt. (Uiteraard ben ik ook heel dankbaar dat hij die überhaupt in de wasmachine stopt, maar toch). Het lijkt me verder niet zo nuttig om me druk te maken om dingen waarop ik weinig tot geen invloed heb.
En dan is daar opeens die mededeling van de supermarkt bij ons om de hoek. Er hangt een poster in de winkel waarop staat aangekondigd dat hij gaat sluiten. Terwijl ik die boodschap tot me laat doordringen, voel ik ergernis opkomen. Waarom dicht? „De zaak is te klein”, zegt een caissière. „Hij maakt te weinig winst.” En: „Er is een grote nieuwe winkel aan de rand van de stad.” En dan lig ook ik op ramkoers. Want waar moeten al die ouderen in de wijk straks naartoe voor hun dagelijkse boodschappen én voor hun praatje met wijkgenoten?
Thuis schrijf ik een pittige mail over het verdwijnen van ‘mijn’ super, maar naar wie moet ik die eigenlijk sturen? Ik bekijk de mogelijkheid om een petitie met handtekeningen van mensen uit de buurt aan te bieden. Of zal ik het aankaarten bij de plaatselijke politiek? Het is dat ik geen fan van demonstreren ben, anders had ik waarschijnlijk vooraan gestaan als er zich een groep mensen op het plein voor de supermarkt zou verzamelen. Misschien zou ik in dit geval wel de eerste zijn die een spandoek omhoog hield.
Opeens schiet het door me heen: zo voelt dat dus, boos zijn. Het frustrerende is: ik weet dat, wat ik ook doe, die super niet terug zal komen. Misschien moet ik toch maar eens een bubbel zoeken, op Twitter. Om lekker samen boos te kunnen zijn.