Amazon en Apple omlaag op Wall Street na tegenvallende cijfers
De grote technologieconcerns Amazon en Apple zijn vrijdag omlaaggegaan op de aandelenbeurzen in New York na tegenvallende kwartaalresultaten. De hoofdgraadmeters op Wall Street lieten op de laatste handelsdag van oktober kleine koerswinsten zien.
De Dow-Jonesindex eindigde met een plus van 0,3 procent op 35.819,56 punten. De brede S&P 500 ging 0,2 procent omhoog tot 4605,38 punten en techbeurs Nasdaq won 0,3 procent tot 15.498,39 punten.
Amazon waarschuwde voor een lagere winst in het vierde kwartaal en leverde 2,2 procent in. Het webwinkelconcern moet fors meer uitgeven om in het feestdagenseizoen aan voldoende personeel te komen dat alle online bestelde cadeaus kan bezorgen. Ook spelen logistieke knelpunten de onderneming parten.
Apple maakte bekend dat problemen in de toeleveringsketen zo’n 6 miljard dollar aan omzet hebben gekost. De komende maanden zal de iPhone-maker bovendien last hebben van chiptekorten. Beleggers schrokken van die waarschuwingen en zetten het bedrijf 1,8 procent in het rood. Softwareconcern Microsoft won juist 2,2 procent en stootte daarmee Apple van de troon als het meest waardevolle bedrijf ter wereld.
Olie- en gasconcerns Chevron en ExxonMobil profiteerden afgelopen kwartaal van de sterk gestegen olieprijzen en boekten miljardenwinsten. ExxonMobil wil aandeelhouders extra laten meedelen in de hoge winsten en Chevron overweegt extra aandelen in te kopen. De bedrijven stegen tot 1,2 procent.
Starbucks daalde ruim 6 procent. Op de Amerikaanse thuismarkt voerden filialen van de koffieketen de verkopen op dankzij versoepelingen van coronamaatregelen. Maar in China, een andere belangrijke markt, werden juist minder koppen koffie verkocht dan een jaar eerder.
Beleggers verwerkten ook het nieuws dat werkgevers in de Verenigde Staten in het derde kwartaal te maken hebben gehad met de snelste stijging van personeelskosten ooit. Daardoor zou de inflatie nog sterker kunnen oplopen. Daarnaast maakte de Universiteit van Michigan op basis van definitieve cijfers bekend dat het consumentenvertrouwen is gedaald.
Een vat Amerikaanse olie werd 0,6 procent duurder op 83,29 dollar. Brentolie steeg licht tot 84,38 dollar per vat. De euro was 1,1560 dollar waard, tegen 1,1555 dollar bij het slot van de handel in Europa.