Onderzoek: weinig vooruitgang in gendergelijkheid in EU
Europa blijft maar langzaam vooruitgang boeken op het gebied van gendergelijkheid, blijkt uit donderdag gepubliceerd onderzoek van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE). Door de coronapandemie zal dit voorlopig ook niet veranderen, verwacht de in Litouwen gevestigde organisatie.
Vrouwen zijn bijvoorbeeld oververtegenwoordigd in de gezondheidszorg en lopen daardoor een hoger risico op infectie, terwijl met corona besmette mannen een hoger risico lopen op ziekenhuisopname. Tijdens de pandemie zijn de ongelijkheden in onbetaald werk voor met name het huishouden, de kinderen en de thuiszorg toegenomen: vrouwen hebben die taken in nog grotere mate dan voor de pandemie op zich genomen.
Maar volgens de studie is de grootste ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog steeds in leidinggevende posities. Vooral in de politiek en het bedrijfsleven zijn er nog steeds beduidend minder vrouwen dan mannen aan de top te vinden. Ook op de andere vijf onderzochte gebieden - werk, geld, vrije tijd, kennis en gezondheid - verloopt de vooruitgang traag.
De Europese Unie scoorde als geheel 68 van de mogelijke 100 punten in de Gender Equality Index 2021, 0,6 punt hoger dan vorig jaar. In dit tempo zal het bijna drie generaties duren om volledige gendergelijkheid te bereiken, aldus de studie.
Zweden, met 83,9 punten, en Denemarken, met 77,8 punten, blijven koplopers op het gebied van gendergelijkheid binnen de EU. Nederland staat op de derde plaats, met 75,9 punten. Griekenland doet het met 52,5 punten het beroerdst.
De meeste vooruitgang boekten Nederland, Luxemburg en Litouwen, terwijl Slovenië als enige van de 27 EU-landen achteruitging.