Dat zei minister Bot van Buitenlandse Zaken zaterdag na afloop van een gesprek met zijn speciale gezant, de diplomaat Biegman. Biegman keerde zaterdagochtend terug van een missie van enkele dagen naar Oekraïne, waar hij de ogen en oren vormde voor het Nederlands voorzitterschap van de Unie. De verwachting is dat Biegman in de loop van volgende week weer terugkeert naar Oekraïne en dan daar namens de Europese Unie zal blijven totdat een oplossing is bereikt over het conflict wie zich de nieuwe president mag noemen.

Volgens Bot gaat het de bevolking vooral om een „eerlijke uitslag" van de verkiezingen. „Wie er wint is minder belangrijk voor ze", had hij begrepen uit de observaties van Biegman.

De Nederlandse diplomaat maakte van zijn verblijf in de hoofdstad Kiev gebruik om veel de straat op te gaan en met mensen te spreken. „De mensen zijn vriendelijk, iedereen lijkt tegen het gebruik van geweld te zijn. Zelfs de mijnwerkers uit het oosten van het land worden vriendelijk opgenomen door de duizenden demonstranten in Kiev. Maar tegelijkertijd is de bevolking vastbesloten. De Oekraïner is niet iemand die snel opgeeft", vertelde Bot. „Voor het land vormt deze situatie een keerpunt naar echte democratie," aldus de bewindsman.

Biegman had tijdens zijn omzwervingen niets gemerkt van de mogelijke aanwezigheid van speciale Russische eenheden. Niemand op straat had hem daar ook iets zinnig over kunnen vertellen. Wat hij uit zijn gesprekken met de huidige president Koetsjma en de twee elkaar bestrijdende presidentskandidaten Joesjstjenko en Janoekovitsj echter had begrepen was dat ook zij er op uit waren de problemen zonder geweld op te lossen.

Bot benadrukte verder dat de druk vanuit de Europese Unie noodzakelijk is en blijft om het democratisch proces in het land te ondersteunen. Tegelijkertijd benadrukte hij dat „het de EU niet te doen is om Oekraïne in de Europese invloedsfeer te trekken. Het gaat ons om goede relaties". De Europese Unie heeft er veel belang bij dat Oekraïne een stabiel land is.