De Jeanne d’Arc van Kiev heet Julia Timosjenko
Ze heeft inmiddels een aantal bijnamen: Lady Ju, Jeanne d’Arc en gasprinses. Op het onafhankelijkheidsplein in Kiev zweept het prominente lid van de oppositie de menigte voortdurend op. Met haar charme bezorgt Julia Timosjenko de demonstranten in de vrieskou warme momenten.
Met een oranje sjaal om haar hals en blootshoofds ondanks de kou roept Timosjenko in Kiev de burgers op tot burgerlijke ongehoorzaamheid: „Stop met werken en studeren! Ga de straat op en zet overal tenten neer! Ik weet dat wij zullen overwinnen. Joesjtsjenko is onze president. Het is onmogelijk om de vrijheid te wurgen.”
De blonde orkaan is tot alles bereid: het gebouw van de presidentiële administratie bezetten, barricades oprichten, maar ook gesprekken aangaan met Leonid Koetsjma, die ze goed kent. Als het aan Timosjenko lag, zou er in heel Oekraïne geen trein meer rijden, geen vliegtuig opstijgen en geen overheidsgebouw meer open zijn.
Deze Oekraïense Jeanne d’Arc was het die dinsdag de demonstranten naar het presidentiële paleis dirigeerde. Toch liet ze de zaak niet verder escaleren toen de betogers voor een cordon zwaarbewapende agenten bleef staan. „Er mag geen bloed vloeien”, aldus Timosjenko.
Aanvankelijk was Viktor Joesjtsjenko weinig genegen om Timosjenko in zijn gelederen op te nemen. Haar verleden boezemde hem geen enkel vertrouwen in. Lady Ju mag nu dan haar tegenstanders beschuldigen van fraude en bedrog, haar levensloop is ook niet van vreemde smetten vrij.
De carrière van Timosjenko begint in het oostelijk gelegen Dnjepropetrovsk, waar ze in 1984 haar studie economie afrondde en deel ging uit maken van het kader van een machineconstructiebedrijf. Op het moment dat de perestrojkapolitiek van president Michail Gorbatsjov haar intrede doet -Oekraïne is dan nog onderdeel van de Sovjet-Unie- grijpt Timosjenko haar kans. De Oekraïense, die niet vies is van het grote kapitaal, stort zich op de verhuur van video’s -op dat moment booming business- en begint een netwerk van kledingateliers.
Dat blijkt echter een opmaat voor het grotere werk. Al spoedig ontdekt ze een echte goudmijn: energie. Aan het begin van de jaren negentig komt ze in de directie van een onderneming die brandstoffen importeert en nauwe banden onderhoudt met Rusland. Het bedrijf heeft een monopoliepositie in de regio Dnjepropetrovsk. Uit de zaak groeit een grotere firma, die onder leiding komt te staan van Pavel Lazarenko. Lazarenko weet zich op te werken tot minister-president, ondanks de geur van malversaties en smokkel die om hem heen hangt.
Timosjenko heeft altijd ontkend iets te maken te hebben gehad met de duistere praktijken van de voormalige premier. Tegelijkertijd beweert ze hardnekkig dat in Oekraïne -evenals in Rusland- „alle zakenmensen, zelfs al hebben ze maar één dag gewerkt, zich buiten de wet bevinden.” Dat komt volgens haar door de onaangepaste, absurde wetgeving.
In 1999 haalt premier Joesjtsjenko Timosjenko als minister van Energie naar Kiev, Daar krijgt ze ook de post van vice-premier toebedeeld. In haar functie probeert de minister een einde te maken aan de corruptie in de energiesector, wat haar in haar thuisstad vijanden voor het leven bezorgt.
Nadat Joesjtsjenko in 2001 wordt ontslagen, brengt de voormalige vice-premier, samen met haar man Alexander, enige tijd in de gevangenis door wegens de verdenking van het smokkelen van gas. Korte tijd later wordt ze vanwege gezondheidsredenen vrijgelaten. Terwijl Joesjtsjenko het oppositieblok Ons Oekraïne in het leven roept, zoekt de radicale miljonair en ex-minister haar heil in een eigen partij. Bovendien wordt ze actief voor de buitenparlementaire anti-Koetsjma-beweging.
Ook in Rusland is justitie erg in de volkstribuun geïnteresseerd. Het openbaar ministerie in Moskou verdenkt haar van het betalen van steekpenningen aan medewerkers van het Russische ministerie van Defensie. Omdat ze een verhoor in Rusland weigert, is er afgelopen maand een internationaal aanhoudingsbevel tegen haar uitgevaardigd.