De man kwam op 21 april dit jaar naar de rechtbank in Maastricht met een t-shirt van de Bandidos chapter Sittard, en een petje en heuptas met logo’s van de motorbende. De parketpolitie nam pet, tasje en T-shirt in beslag. Om te voorkomen dat hij in zijn blote bast terecht moest staan in een zaak tegen de Limburgse Bandidos, kreeg hij van de parketpolitie een wit t-shirt. De man werd overigens vrijgesproken van de hem verweten deelname aan een criminele organisatie.

Volgens het OM staat het dragen van kleding met de uiterlijke kenmerken van de Bandidos gelijk aan „voortzetting van de werkzaamheden van een verboden organisatie”, en is daarmee strafbaar. Advocaat Gitte Stevens van de Heerlenaar wees erop, dat het chapter Sittard in tegenstelling tot Bandidos Holland MC niet verboden is. Het OM kan volgens haar de man niet verwijten deel te nemen aan een organisatie die niet verboden is. De Heerlenaar is immers geen lid van de wél verboden Bandidos Holland, aldus Stevens.

Verder is de wetstekst waarin bepaald wordt dat voortzetting van werkzaamheden van een verboden organisatie strafbaar is, volgens Stevens onduidelijk. De rechter moet daarin duidelijkheid scheppen, hield ze de rechtbank voor.

„Is het dragen van een t-shirt hetzelfde als deelname aan voortzetting van de werkzaamheden van een verboden organisatie?” vatte Stevens samen. Zij vindt van niet, en vroeg haar cliënt vrij te spreken.

In dit verband verwees Stevens maandag naar een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 19 oktober over het dragen van een hesje van Singa MC, volgens Stevens een voortzetting van de verboden MC Satudarah. De rechtbank oordeelde dat het dragen van dit hesje mag. „Er is sprake van onontgonnen gebied”, concludeerde de raadsvrouw. „Waar staat in de wet dat het verboden is wat mijn cliënt deed?” Zo’n wet is er volgens haar niet.

Uitspraak op 23 november.