Cultuur & boeken

Journalist Posthumus doet verslag van afscheidsreis door Zuid-Afrika

Niels Posthumus (1981) schreef acht jaar lang over Zuid-Afrika voor Trouw en het Financieele Dagblad. Hij rondde zijn verblijf in Zuid-Afrika af met een trektocht vanuit Kaapstad via Kimberley naar Johannesburg. Daarna bezocht Posthumus de Afrikaner gemeenschap Orania om in Potchefstroom zijn afscheidsreis te eindigen.

Dr. Hans Ester
23 October 2021 17:47
Niels Posthumus. beeld Bram Lammers
Niels Posthumus. beeld Bram Lammers

Zijn boek ”Alle problemen begonnen met Van Riebeeck” is een verslag van Posthumus’ wederwaardigheden onderweg: hij beschrijft de natuur, de steden en dorpen en bovenal de mensen die iets te vertellen hadden. Het gaat over ontmoetingen met onder anderen de theoloog André Bartlett, Carel Boshoff (de leider van Orania), de historicus Hermann Giliomee en Jean Naudé, directeur van Stichting Groot Constantia. Het grootste aantal gespreksgenoten zijn onbekende Zuid-Afrikanen: de buren in Johannesburg, de passanten tijdens de tocht en de vrienden uit alle bevolkingsgroepen van Zuid-Afrika.

Posthumus ontleende de titel van zijn boek aan een uitspraak uit 2015 van Jacob Zuma, de toenmalige president van Zuid-Afrika. Zuma gaf zijn medeleden van het African National Congress (ANC) een lesje in geschiedenis – de historie van hun eigen land. Volgens Zuma begonnen de niet aflatende problemen van Zuid-Afrika met de aankomst van Jan van Riebeeck en zijn drie VOC-schepen in 1652. Posthumus houdt die uitspraak van Zuma tegen het licht en vraagt zich af: „Zijn met de aankomst van mijn historische landgenoot inderdaad veel van Zuid-Afrika’s problemen begonnen?”

Het antwoord op deze vraag laat niet te lang op zich wachten. Hoe meer Posthumus leest over de strenge verordeningen en hardvochtige dagelijkse praktijken van de Verenigde Oostindische Compagnie, des te duidelijker ziet hij de contouren van het Zuid-Afrika van de apartheid al doorschemeren. De kern van zijn verontwaardiging betreft het superioriteitsgevoel van de kolonisten uit Nederland, de vanzelfsprekende acceptatie van de handel in slaven en de rol van de Nederduitse Gereformeerde Kerk bij de godsdienstige verankering van de onderscheiding tussen blanken en zwarten.

Tijdens zijn reis bewandelt Posthumus ook de paden van de geschiedenis van Zuid-Afrika, waarbij de rode lijn loopt van de onderdrukking van de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika vanaf 1652 tot de officiële apartheidspolitiek na de overwinning van de Nasionale Party in 1948. Na de afschaffing van de apartheid in 1989/1994 hinkt dat dramatische verleden volgens Posthumus nog altijd mee.

Onderhoudend

Niels Posthumus maakt van zijn tocht door Zuid-Afrika een onderhoudend episch vlechtwerk. Hij kan boeiend vertellen. Toch hapert er iets. Hij stut zijn visie op Zuid-Afrika met citaten van spraakmakende collega’s als Allister Sparks en haalt ook wetenschappelijke studies over de historie van Zuid-Afrika aan. De uit hun context gelichte citaten krijgen de taak om aan de dominante oordelen en vooroordelen van de schrijver het keurmerk van degelijkheid en objectiviteit te verschaffen. Zo is bijvoorbeeld duidelijk dat Posthumus weinig of niets op heeft met het protestantisme, ja, met het geloof überhaupt. Hij ziet de praktijk van de Nederduitse Gereformeerde Kerk als een schijnheilige vertoning, beschouwt de predestinatieleer als een leugen om hebzucht te camoufleren en haalt uitgerekend díé Zuid-Afrikaanse predikant –André Bartlett– aan die hem in alles gelijk geeft.

Een tegenovergesteld voorbeeld is de ontmoeting met de eminente historicus Hermann Giliomee in Stellenbosch. Giliomee (1938) verwierf grote verdiensten door zijn pleidooi voor de zogeheten ”bruinmense”, de mensen van gemengde afkomst van de Kaap. Tegelijk verzette Giliomee zich tegen de verengelsing van het onderwijs aan de universiteit van Stellenbosch. Posthumus kan dit niet inpassen in zijn oordeel over de Afrikaners en suggereert dat Giliomee niet de waarheid sprak en zijn echte gevoelens verdoezelde.

Omdat de Afrikaners in de optiek van Posthumus de scheppers zijn van onderdrukking en uitbuiting van de zwarte Zuid-Afrikanen doet hij geen enkele moeite om eens binnen de Afrikaanstalige letterkunde te kijken hoe daar met de ethische problemen van de Zuid-Afrikaanse samenleving is omgegaan. Geen woord over Dirk Opperman, Van Wyk Louw, de schrijver Chris Barnard, Elsa Joubert, John Miles, Abraham de Vries en de zeer talrijke anderen die bijdroegen aan de levende en humane cultuur van geheel Zuid-Afrika.

Christelijk geloof

Wat Posthumus over de voor hem in feite onbekende universiteit van Potchefstroom schrijft, kan de toets der kritiek helemaal niet doorstaan. Als gastdocent sinds vele jaren van ”Potch” heb ik de open, menselijke en inclusieve sfeer van deze universiteit zeer weten te waarderen. Ook de zwarte en gekleurde studenten (de meerderheid!) zijn blij met de zichtbare betekenis van het christelijk geloof op de campus. Het door Posthumus belachelijk gemaakte systeem van simultaan tolken bij colleges in Potch, is juist een voortreffelijke voorziening. Afrikaanstalige tolken spreken vloeiend Tswana of een andere Afrikaanse taal, zodat studenten met die taalachtergrond de colleges prima kunnen volgen.

Niels Posthumus is een goede waarnemer van wat er om hem heen gebeurt. Het is te betreuren dat hij de Zuid-Afrikanen in zijn boek niet gewoon aan het woord laat zonder dat hij daar zijn inmiddels overbekende mening aan moet toevoegen. Zijn boek is van waarde door aardige zijsporen, zoals de ontmoeting met de man die het in 1647 voor de Kaapse kust gezonken schip Haerlem van de VOC boven water wilde brengen. Maar of we er veel aan hebben voor een realistische visie op het turbulente Zuid-Afrika van nu betwijfel ik.

Boekgegevens

Alle problemen begonnen met Van Riebeeck. Wat Nederlanders niet weten over hun rol in Zuid-Afrika, Niels Posthumus; uitg. Podium; 349 blz.; € 22,50

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer