Verdachte buurman wil rapportages overleden undercoveragent lezen
Joop M. (46) wil inzage in het rapport van de undercoveragent die naast hem woonde in Zevenbergschen Hoek en in april tijdens een undercoveroperatie zelfmoord pleegde. Het Openbaar Ministerie verzet zich tegen inzage, omdat de overleden undercoveragent nooit zijn handtekening heeft gezet onder het proces-verbaal dat hij over zijn buurman M. heeft opgemaakt. M. komt volgende week na ruim een jaar voorarrest op vrije voeten, besloot de rechtbank in Breda donderdag.
Volgens advocaat Michel van Stratum krijgt zijn cliënt geen eerlijk proces als hij het undercovertraject niet kan controleren. M. wordt verdacht van de in- en uitvoer van ruim 1300 kilo cocaïne en van witwassen. De politie zette een infiltratie-actie op door de woning naast die van M. te kopen. De agent deed zich voor als joviale buurman.
De advocaat verwacht in de verslagen van de undercoveragent ontlastend bewijs aan te treffen, zei hij donderdag in de rechtbank in Breda. Zo opperde hij dat tijdens het undercovertraject „een bitcoinmachine naar binnen is gereden”, waarmee M. zou zijn uitgenodigd om met geld over de brug te komen.
M. kwam in dat licht zelf ook met een verklaring. „De infiltrant heeft me uitgelokt tot drugshandel, witwassen, het omkopen van havenmedewerkers en bitcoinstransacties”, verklaarde de verdachte. „Hij heeft mijn zoontje in gevaar gebracht en in mijn huis heeft hij met zijn poten aan mijn vrouw gezeten”, aldus M. Op vragen van de rechtbank of M. zich inderdaad schuldig heeft gemaakt aan onder meer drugshandel en witwassen wilde M. niet meer antwoorden. „Daar kom ik later op terug”, zei M.
Een speciale commissie doet onderzoek naar het overlijden van de undercoveragent van de afdeling Afgeschermde Operaties (AO) en de werkomstandigheden binnen deze afdeling van de politie. De undercoveragent zou in Zevenbergschen Hoek onder te grote druk hebben gewerkt en geen andere uitweg hebben gezien dan zich van het leven te beroven. M. wil een gesprek met deze commissie-Brouwer. M.: „Ik ben maanden geïnfiltreerd en nu mag ik het dossier niet inzien. Waar is mijn recht op een eerlijk proces?”
Op 18 november beslist de rechtbank over verzoeken van de verdediging, die ook een groot aantal getuigen wil horen. De zaak wordt op 11 en 15 maart inhoudelijk behandeld. M. mag het strafproces met een enkelband afwachten. Hij krijgt een locatieverbod voor de havengebieden in Vlissingen en mag geen contact hebben met de opgeroepen getuigen, met uitzondering van zijn vrouw.