Blokhuis: Siriz nooit op oneigenlijke gronden bevoordeeld
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft tegenover de Tweede Kamer niet verzwegen dat hulporganisatie Siriz in 2019 nog één instellingssubsidie ontving van het departement, voordat integraal was getoetst of er bij een dergelijke financiering geen sprake zou zijn van verboden staatssteun.
Dat liet staatssecretaris Blokhuis de Kamer dinsdag weten in antwoord op vragen van D66 en GroenLinks.
Blokhuis verwijst naar een door demissionair zorgminister De Jonge op 21 december 2018 verstuurde Kamerbrief. Daarin staat dat het ministerie, in reactie op kritiek van de Algemene Rekenkamer, met ingang van 2018 alle uit te keren subsidies vooraf toetst.
Vijftien (zorg)instanties, waaronder Siriz, kregen in 2018 om uiteenlopende reden echter nog één keer subsidie toegekend zonder deze voorafgaande toetsing. Dit geld werd in 2019 uitgekeerd. Daarna werd ook bij hen de instellingssubsidie stopgezet.
D66 en GroenLinks voelden Blokhuis aan de tand vanwege een kritisch artikel in NRC. De krant reconstrueerde eind september hoe de instellingssubsidie voor Siriz vanaf 2013 jaarlijks met 1,5 miljoen werd opgeplust dankzij een voorstel voor het wijzigen van de VWS-begroting van SGP-Kamerlid Van der Staaij. Het is volgens NRC verdacht dat Blokhuis deze subsidiëring ook na de komst van een nieuw kabinet nog even bleef voortzetten. De krant suggereert dat persoonlijke sympathie voor de instelling van Blokhuis daarbij een rol speelde. De bewindsman zou volgens de krant geweten hebben dat de Siriz-subsidie in het licht van de EU-verordeningen niet door de beugel kon.
Dat laatste ligt iets genuanceerder, zo zette Blokhuis dinsdag uiteen. In de jaren 2013-2018 is de subsidie die Siriz kreeg namelijk slechts „marginaal” getoetst, of becommentarieerd door ambtenaren. Blokhuis en De Jonge hebben vanaf hun aantreden toegewerkt naar een beleid van integrale staatssteuntoetsing vooraf, maar pas vanaf 2019 kon dat dus volledig worden geïmplementeerd. Blokhuis schrijft dat hij de kwetsbaarheid van de Siriz-financiering al bij zijn aantreden heeft onderkend.
In het regeerakkoord van Rutte III spraken VVD, CDA, D66 en ChristenUnie af dat er een nieuwe landelijke financiering zou komen voor de preventie van onbedoelde (tiener)zwangerschappen en de ondersteuning daarbij. Alle aanbieders van dergelijke preventieve en ondersteunende hulp, waaronder Siriz, zouden daardoor worden gefinancierd vanuit de stimuleringsregeling Gezonde Relaties & Seksualiteit (voor collectieve preventie via het onderwijs) en vanuit een nieuwe financieringsregeling voor keuzehulporganisaties. Alle nog lopende instellingssubsidies zouden worden afgebouwd.
Omdat Blokhuis ervan uitging dat deze nieuwe financiering vanaf 2019 rond zou zijn, liet hij Siriz aanvankelijk weten dat de organisatie in 2019 geen subsidie meer zou krijgen uitgekeerd. Het optuigen van de nieuwe regelingen liep echter vertraging op, waarna Siriz in dat jaar nog één keer een instellingssubsidie kreeg, als overbruggingskrediet. „Ik wilde het risico uitsluiten dat een organisatie na een jarenlange subsidierelatie bijvoorbeeld medewerkers zou moeten ontslaan door onzekere financiën als gevolg van het later starten dan gepland van onze nieuwe regeling”, staat in de Kamerbrief.
Strikt genomen, zo geeft Blokhuis toe, kan worden betoogd dat Siriz volgens de definitie van de Algemene Rekenkamer enkele jaren verboden staatssteun heeft gehad. Maar de kwestie kan pas consequenties krijgen als er klagers opduiken die naar de Europese Commissie stappen. Als die de Siriz-subsidie aanmerkt als onrechtmatige en ongeoorloofde staatssteun kan zij vorderen dat het ministerie de subsidiebedragen gaat terugvorderen. Ook een concurrent van Siriz zou dit nog kunnen afdwingen, door met een klacht over oneerlijke concurrentie naar de nationale rechter te gaan.
Volgende week moet blijken of de vragenstellers genoegen nemen met Blokhuis’ uitleg. De Kamer buigt zich dan over de VWS-begroting van 2022. Buiten de begrotingsbehandeling om willen GroenLinks, D66, VVD, PvdD, Fractie Den Haan, DENK, Volt, SP, Groep Van Haga, BBB, BIJ1 en PvdA nog een apart debat met Blokhuis over de kwestie.