COA noemt 500 plaatsen een verlichting, wacht nog op meer plekken
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) noemt de 500 opvangplekken die de komende dagen erbij komen een verlichting, maar zegt nog te wachten op meer opvanglocaties voor asielzoekers uit Ter Apel. „Naar aanleiding van het Veiligheidsberaad zijn er aanbiedingen van tien gemeenten, die nemen wij - indien mogelijk- zo snel mogelijk in gebruik”, laat een woordvoerster weten. Er waren al tijdelijke opvangplekken toegezegd in onder meer Emmen, Groningen, Leeuwarden, Alkmaar, Overloon en Tilburg.
Afgelopen nacht sliepen er 750 mensen in de nachtopvang in Ter Apel, waar er normaal plek is voor 275 personen. De extra 500 plekken van de komende dagen gaan het acute probleem in Ter Apel niet direct oplossen, maar er is dus uitzicht op meer plek. „We wachten op groen licht. Als die plekken er zijn, moeten we bekijken wat we nog gereed moeten maken qua inrichting. Maar dat kunnen we snel. En daarna kunnen de bussen gaan rijden”, aldus de woordvoerster.
Woensdag en donderdag komen er 200 plaatsen bij in Almere, en vrijdag 300 in Gorinchem. Het Veiligheidsberaad had maandag toegezegd binnen twee à drie weken 1500 vluchtelingen te kunnen opvangen, 800 met spoed, aldus het COA.
Hoewel de veiligheidsregio’s formeel geen rol hebben in deze opvang, deed het kabinet maandag een beroep op hen „vanwege de oplossingsgerichtheid en kennis en ervaring van de gemeenten binnen de veiligheidsregio’s”. Toch zei een woordvoerder van het Veiligheidsberaad woensdagochtend dat het niet gaat over de extra locaties voor noodopvang, maar het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Burgemeester van Nijmegen en voorzitter van het Veiligheidsberaad Hubert Bruls zei eerder dat het beraad graag meedenkt over de aangekaarte problematiek. „Wij denken dan ook graag mee en hebben hier vervolgens afspraken over gemaakt zodat er binnen twee à drie weken 1500 vluchtelingen verspreid opgevangen kunnen worden”, aldus Bruls. „Zo zorgen we er samen voor dat de vluchtelingen op een humane manier opgevangen kunnen worden.”